China deel 6: Er is meer dan asfaltwegen en nieuwbouw

Culinaire ontdekkingsreis

Onderweg zien we veel asfalt, nieuwbouw en verkeer. We zoeken onze uitdaging in eten: een culinaire ontdekkingsreis. Onze kennis van de Chinese taal rijkt echter niet veel verder dan tellen (met handgebaren, praten én bijna alles lezen) en wat woorden en korte zinnen. We ontmoeten zelden een Engels sprekende Chinees. Een menukaart (voor laten) lezen is geen optie. Al wijst iedere Chinees in een restaurant naar het bord met het menu en prijzen, aan de prijzen alleen hebben we niets. We kijken vooral rond waar plaatjes zijn of mensen een bord eten voor zich hebben. We wijzen vaak de 1 of 2 aanwezige menu plaatjes aan en denken dan iets te hebben besteld wat steeds weer wat anders blijkt te zijn. Het is bijna altijd een verrassend smakelijke maaltijd. Hoe simpel het er soms ook uit ziet.

Een enkele keer hebben we een ‘sechuan button’ ervaring. Ex-collegae VC weten dan precies wat we bedoelen. Het gele bloemetje wat zorgt voor tintelingen in de mond en een enorme onbeheersbare speekselvloed… Waarna… je extra goed kan proeven. Deze bloemetjes zaten bij de vreemde etenswaren die ik heb getrakteerd bij vertrek. We gaan op onderzoek uit waar de sensatie in het eten vandaan komt en komen hele kleine bolletjes tegen die in een schilletje lijken te zitten. Net een mini eikeltje of kastanje in de dop. Even kauwen en ja hooorrrr… weer tintelingen en speekselvloed. Ze zien er totaal niet uit als de bloemetjes, het effect is hetzelfde. Later leren we dat het -hoe kan het ook anders- sechuan peper is!

Op een avond gaan we op een plein zitten waar iedereen uitgebreid tafelt. Er is een vitrine waar je uit kan kiezen; reallife plaatjes! We kiezen voor gebakken tofu, een salade met o.a. sprouts, rundspiesjes en sojabonen die je als snack uit zijn jasje bijt. Allemaal geweldig lekker bereid! Ook de dumplings als lunch met één of ander vlees én de meest fantastische auberginestukjes zijn heerlijk. Oh en de stokjes inktvis op een marktje! Alles ziet er anders uit en is vooral veel smakelijker dan we gewend zijn. En dat we dit zeggen, na 4 maanden India en Nepal waar we al enorm verwend zijn met het eten!!!

Het is fijn dat we alleseters zijn. En dat we lang genoeg vegetariër waren in de afgelopen landen, dat vlees weer even welkom is. Wat wordt het enorm lastig hier als vegetariër of veganist! Chinezen lijken vooral vlees te willen eten. In tegenstelling tot Tibet waar men vanuit het boeddhisme liever geen vlees eet.

In Tibet lieten Carina en Andrew ons reeds gefermenteerd ei eten. Zwartgeblakerd ei met een enorme geur eraan. Het zag er enger uit dan het smaakte, de smaak was niet eens zo heel anders. De markten in China worden overspoeld met een geur van fermentatie, overal zien we wart gefermenteerde sojaplakken. Auke kan ze op kilometers afstand traceren, tot zijn verdriet. We laten deze stinkproducten links liggen.

Op de avondmarkt in Luoyang gaan we voor iets heel spannends. We eten paddenstoelentempura als rustig startend voorgerecht en als highlight gefrituurde schorpioen! Auke stopt de eerste schorpioen zo in de mond. Ik zie dat hele scherpe puntje aan de staart totaal niet zitten. De verkoopster begrijpt het meteen en knipt het puntje er af. Een knapperig eng stukje eiwitten, toch wel even wat heftiger dan gebakken wormen en gekookte wesp wat we al kennen 😉 We laten de insecten even voor wat het is. We zien ook een ander beestje pronken. Na het zoveelste kraampje begrijpen we de gespierde achterpoten; gebakken kikker! Voor de volgende keer….

    

Een avond in een dorpsrestaurant laat ons weer eens flink verbazen. Het is er overvol en zoals overal in China wordt er enorm veel gerookt en het staat er blauw. Alle peuken worden op de grond gegooid. Men bestelt veel, maar laat vaak de helft staan. Er staan bij elke tafel zoals altijd een vuilnisbak, maar als die net te ver of uit zicht staat, gooien ze etensresten op de grond. Of hun peuken, of ze gaan flink gorgelen en spugen dit óók op de grond…!! In het restaurant!! Het eten zelf lijkt netjes en schoon te worden bereid en het personeel gebruikt handschoentjes etc. In elke eetgelegenheid zien we een steriel kast waar kopjes, schaaltjes, borden en eetstokjes in belanden. De kok eet tussendoor wel de spiesjes van de barbecue. Iets wat we vaker zien, gewoon openlijk snacken wat er wordt bereid en/of geserveerd.

In de richting van Shanghai zien we steeds vaker eendenvlees. En zwarte kip (gefermenteerd?) en bijna altijd herkenbaar met zijn kop er nog aan. Wellicht een delicatesse 😉 Op straat staan bakken met rivierkreeftjes die ze schoonboenen. Aan het verband te zien, komt blijkbaar niet iedereen er ongeschonden af.

Helaas is het eten niet altijd even duidelijk herkenbaar voor ons. We zouden zo graag willen weten wat we zien! Als het er eng of onbekend uitziet, maar de verkoper spreekt Engels, dan wagen we het er wat sneller op. Zo eten we in Shanghai een bakje koeienlongenreepjes wat best goed smaakt.

De in zout gekookte ganzeneieren van de supermarkt blijken een flinke zoute miskoop. De ‘mayonaise’ uit tube kan door als witte chocoladepasta op brood. De soep of pap die als ontbijt wordt geserveerd vinden we smakeloos en slaan we (tevergeefs) steeds af. De gevulde wraps en pannenkoeken die altijd weer anders zijn, vinden we een groot succes. Yuba is een grote verrassing; deze vellen van gekookte sojamelk zijn zo smaakvol! Vaak eten we miesoepjes, rijst met groente/vlees/sojaprut, mie maaltijden, dumplings en twee maal hotpot. Hotpot is het zelf op tafel in bouillon (met olie/kruiden/peper) bereiden van kleurrijke rauwe groente/vlees/vis/soja-ingrediënten die je uit een koelvak kiest.

Alles wordt altijd met stokjes gegeten. We worden er steeds behendiger in. Het aantal vetvlekken in de kleding is gedurende deze periode desondanks sterk toegenomen. We zouden graag wat vaker aan een tafel met mes en vork eten… Maar dat zal voorlopig niet aan de orde zijn. Het vinden van een goede vetoplosser voor de kleding, lijkt een betere oplossing…

Eten aan de bomen

China spendeert veel tijd, geld en moeite in een mooie groene omgeving. Zo worden zelfs de heggen langs de snelweg geknipt, het onkruid gewied en het gras overal maar dan ook overal gemaaid. Bomen worden beschermd door in te wikkelen in touwen. Om mooi en lekker fruit in de winkels te krijgen wordt soms extra veel moeite gedaan. Zo zien we overal druivenranken die zijn afgedekt tegen vogels en fruitbomen met zakjes eraan. Die zakjes bevatten ieder een stukje fruit, wat afgeschermd is tegen alles van buitenaf. Een gek gezicht al die zakjes aan de bomen! Soms is het zakje, een zakje sondevoeding. De bomen die ziek ogen worden als patiënten behandeld en krijgen bijvoeding in de vorm van sondevoeding.

  

China is vies, schoon en praat

Sinds de Balkan hebben we het veelvuldige rookgedrag niet meer zo meegemaakt. Chinezen roken als een ketter, drinken er flink bij en alle peuken worden gewoon op de grond gegooid. In de hotelkamers waar we zitten, ligt vaak tapijt. Tapijt vol brandplekken van de peuken… Soms staat er een bordje verboden te roken, naast de asbak. In de lift staat zelfs een asbak…. Wij vinden het maar smerig…

Het gorgelen en spugen merkten we in Nepal al op, in Tibet was het ook, hier is het net wat erger. Ongegeneerd wordt het sputum opgegorgeld en voor je voeten gespuugd. Het is echter veel minder dan we hadden verwacht. Blijkbaar heeft de overheid een goede campagne gehouden! Het blijkt dat de overheid door middel van publieke campagnes vanwege Expo 2010 en de Olympische Spelen van 2016 de bevolking ervan bewust heeft gemaakt dat dit niet oké is. Vanwege SARS is het überhaupt niet zo handig.

De straten zijn daarentegen zo schoon!!! Doch, de campagne van de overheid om de straatvervuiling te verminderen is minder succesvol geweest. Iedereen lijkt achteloos zijn rotzooi op straat te gooien. Er zijn echter duizenden schoonmakers die de ondankbare, nooit eindigende taak op zich nemen, om de straat schoon te maken. Je herkent ze aan een megabezem waarmee ze zich traag voortbewegen over het asfalt. Of in oranje hesje zittend aan de kant van de straat duttend of append. Het werk lijkt ons ook doodvermoeiend…

   

Ga je de iets grotere weg op, dan is er kans dat de wegen nat zijn. Grote vrachtwagens sproeien de wegen nat. Soms vegen ze erbij, maar meestal gaat dat niet machinaal. Het sproeien is waarschijnlijk voor verkoeling en wellicht voor stofvermindering bedoeld. Bij bouwterreinen –die zijn ooooooveral- staan de sproeiers rondom, stof te verminderen. Het water is soms lekker verfrissend. De fiets(tass)en en wij worden er -door de modder die wordt gevormd- best vies van! En dat terwijl de lucht juist zo schoon is met al het elektrisch voortbewegend verkeer. Een enorme opluchting na Nepal en India.

Over vies gesproken. Kinderen poepen en plassen op straat. Papa of mama houdt het kind gewoon omhoog of het kind gaat zelf hurken en huppakee. De broek hoeft niet eens naar beneden, aan luiers hoeft geen geld te worden verspild, de broek heeft een enorme spleet precies om alles te vergemakkelijken. En dat… terwijl overal maar dan ook overal toiletten staan! Gratis en vaak super schoon. Ze worden aangekondigd met borden langs de weg, ze zijn er elke 100-400m in de steden en daarbuiten bij alle tankstations. Meestal heb je hoge deuren die op slot kunnen, dus met volledige privacy. Soms zijn het halve deurtjes of halve muurtjes. Als je pech hebt alleen halve muurtjes naast je en is de voorkant helemaal open. Ben je in een dorpje en tref je het helemaal, dan zijn het een paar gaten in de grond, staat de stront op de muren en is het één open ruimte. Het is allemaal even wennen. Gelukkig zijn er veel steden in China 😉

    

En die stemmen hier! Vele rekenmachines praten! Auto’s praten als ze achteruit rijden, vrachtwagens als ze afslaan…. Dus geen piep maar een stem die waarschijnlijk zegt ‘aan de kant’. Vanuit winkels en op marktjes galmt een (harde rot)stem om iets te verkopen dan wel welkom te heten. De ene keer is het iemand die life de hele dag hetzelfde schreeuwt, meestal komt het van een bandje uit een luidspreker. Het is de eerste keer in 26 landen dat we dit ervaren…! Zo stil van het verkeer, zoveel geluiden in het winkelgebied.

Het uiterlijk van de Chinees

We zijn duidelijk een stukje bruiner dan de Chinezen en vallen dus niet zo zeer als ‘blanke’ op! Het woord ‘Mzungu’ (=blanke) zoals Afrikanen ons noemen en wij onszelf tijdens de reis ook, lijkt niet meer zo van toepassing. De Chinees dekt zich af tegen de zon en daarmee warmte en helaas vitamine D. Hoe witter hoe chiquer! Gelukkig lopen er tevens dames rond in korte jurkjes, rokken en broeken. Sinds we Turkije hebben verlaten kan ik eindelijk weer een korte broek aan. Eindelijk weer!!! In Batoemi, Georgië kon het ook nog net een paar dagen, daarna was het koud (Georgië, Armenië, Iran), verboden (Iran), ongepast dan wel ongemakkelijk (Oman, Emiraten, India, Nepal), doch altijd zo gewenst…. Fietsen in fietsbroek ging nog weleens, alhoewel ik me in India tot over mijn knieën afdekte. Geholpen door Decathlon die geen damesfietsbroeken verkocht die korter waren 😉

Die Chinezen hebben overigens een verdacht Westerse kledingstijl! Ze lijken qua huidskleur én kleding het meest op Europeanen t.o.v. de andere Aziaten. Georgië en de grotere steden in Turkije waren de laatste plaatsen waren waar onze kleding weinig afweek van de mensen om ons heen. In Arabische landen dekken ze benen, armen, maar ook billen vaak af, in India en Nepal dragen ze kleurrijke lange gewaden. Hier in China is de kleur en lengte verdwenen. Donkere kleding overheerst. Dat maakt ook dat het straatbeeld rustiger is en helaas een stuk saaier. Alhoewel… Chinezen houden van shirts met Engelse teksten. Wat we ook proberen en hoe lang we er ook naar staren, we komen er nooit uit wat er staat. Zinnen die nergens op slaan, spelfouten bij de vleet en soms gewoon woorden bij elkaar geplaatst die niets met elkaar te maken hebben….

Gastvrijheid

Chinezen zijn enorm gastvrij. Wij hadden het vooroordeel dat het net als in Europa gehaaste mensen zijn. We hadden het vooroordeel dat ze afstandelijk zouden zijn. Dat de taal een barrière zou vormen voor contact. En het idee dat ze buitenlanders gewend zijn en ons eerder om genoemde redenen zouden negeren dan verwelkomen. Het tegenovergestelde is waar. Het lijkt Iran wel!

Onderweg reikt twee keer iemand ons handen vol fruit aan. Als we ergens zitten, bijvoorbeeld bij een tankstation, voor een hotel, op een bankje of gewoon op de fiets, worden er flesjes drinken aangereikt; cadeautje! Zo krijgen we in totaal 20 flesjes water en 10 flesjes fris. Tijdens het eten krijgen we een flesje bier van een vader als dank voor een fotosessie met de kinderen. Bij een tankstation krijgen we een handvol ijsjes van de eigenaar. Als we op zoek zijn naar eieren (ons favoriete beleg en snack), krijgen we na een zoektocht de eieren gratis in een winkel!

Nog een stapje extremer. We komen moe na 90 km met tegenwind aan in Jieshou. We hebben online 1 hotel gezien dat 200 yuan kost (€26,- en voor hier is dat duur). Wij gaan op zoek naar één van de andere drie hotels op googlemaps. We vragen om een kamer en krijgen een bevestigend antwoord. Na wat onderhandelen komen we van 138 yuan uit op 118 yuan. Tot heden betalen we 70-120 en meestal rond de 80 yuan. Ze gaan niet verder naar beneden en geven aan dat de andere hotels -op die ene na- geen buitenlanders kunnen aannemen. We gaan akkoord, verder zoeken is ons überhaupt te veel. Dan blijkt dat ons paspoort niet wordt geaccepteerd, alleen een magnetische (ID) kaart werkt en zonder scan geen kamer. We balen en het personeel probeert iets te verzinnen. Als we zeggen dat we met de fiets zijn en geen dorp of stad verder kunnen (hier wonen overigens 800.000 inwoners dus ook voldoende hotels?!) worden we gemaand te gaan zitten. Er komen twee blikjes red bull tevoorschijn om ons op te laden. Of we al gegeten hebben? Nee, we hebben inderdaad erge trek. We stellen voor even ergens te eten en daarna terug te komen. Dat mag niet, eten wordt voor ons besteld en binnen 10 minuten zitten we in de lobby aan een heerlijke miesoep. Als de soep op is, is er nog geen oplossing boven komen drijven. We vragen de maaltijd alsjeblieft te mogen betalen en willen naar het buitenlanders-hotel fietsen. Beide wordt niet geaccepteerd. We moeten echt nog even zitten tot de oplossing komt. 5 minuten later mogen we alsnog gaan. Om de behulpzame receptionist Xiao Fei in de auto te volgen. We komen bij een ander hotel uit. Deze kost 170 yuan. We hebben gezegd dat ons budget per nacht 100 yuan is (€13,- en voor China waren we €10,- gewend). Xiao geeft ons 100 yuan. Dan hoeven we zelf maar 70 te betalen. Waaaaat???? Dat gaat ons echt véél te ver. Het wordt een flinke discussie via de vertaalapp, want een gezamenlijke taal is er niet. We houden voet bij stuk. En we winnen. We mogen onze eigen overnachting betalen. Xiao  helpt inchecken en zorgt dat we de fietsen het hotel in mogen nemen. Nee, de kamer in mogen rijden! Bij de balie krijgen we een bonnetje met 78 yuan erop. We vragen uitleg. Xiao zegt dat het hotel ons wil helpen en de prijs verlaagt… We vertrouwen hem niet en vragen nogmaals om uitleg. We zien geen geldhandelingen plaats vinden. Het personeel vertrekt geen spier. Nou ja, het zal wel. ’s Ochtends zal blijken hoeveel we terug krijgen van de 200 yuan die we deels als borg betaald hebben…

Xiao loopt mee naar onze kamer. Waanzinnig. Het ziet er schoon uit, met een tweepersoons bed in plaats van twee losse bedden, apart toilet en douche (i.p.v. 1 ruimte) etc. Fietsen passen precies. Maar nee, Xiao vindt het niet goed genoeg. Op dat moment gaat de hoteltelefoon. Xiao neemt de telefoon aan en bespreekt ‘de kamer is te klein’. En dus worden we naar een andere kamer gebracht. Mega groot. Voor dezelfde prijs. Iedereen wil helpen.

Daarna is Xiao bezig onze WeChat (Chinese WhatsApp) account te activeren. 3,5 uur nadat we bij zijn hotel hebben aangeklopt nemen we afscheid. We zijn blij dat we een setje klompjes met ons kaartje kunnen aanbieden. Hij neemt het aan en wil verder niets hebben voor alle hulp. “Chinezen zijn behulpzaam, daar draait de economie op”, aldus Xiao.

De hele middag bezig even in een hotel in te checken die buitenlanders accepteert… pfff… Maar wat ontzettend gaaf om zo de Chinezen te leren kennen! Een fantastische ervaring rijker.

Beroemd

De Chinees vindt het leuk om ons op de foto te zetten. Geregeld gaat het stiekem (op straat), soms vragen ze het (in restaurants), echter allemaal op een leuke manier. Zij zijn trots als ze ons mogen fotograferen en wij trots als fotomodel 😉 Het is bijna standaard dat als wij om de rekening vragen, zíj om een foto vragen. We voelen ons af en toe bekende wereldburgers. In een supermarkt in een willekeurig dorpje kan het zijn dat iedereen van alle kanten zich heeft omgekeerd en je aanstaart. Vervolgens loop je over straat en staat ook daar iedereen reeds omgekeerd te kijken. Je voelt je je een exotisch wezen… In Nepal riepen we gewoon ‘hallo’ en dan kregen we een prachtige lach en groet terug. Hier blijft men (te) vaak gewoon staren zonder iets te zeggen. Te gechoqueerd om een buitenlandse toerist te zien?

In Iran en India waren we trofeeën voor op internet. Het voelde anders. Soms werden we wel bedankt, maar vaak genoeg kon er geeneens een ‘tot ziens’ af als de foto binnen was. Hier is het weer leuk, terwijl het niet gek zou zijn als we al die aandacht beu zouden zijn. Het gaat waarschijnlijk vooral enorm wennen worden als we terug zijn. Niemand die op of om kijkt, een foto van ons wil maken, niets. Dat we straks weer normale wezens zijn…. Het is stiekem wel erg leuk om ‘speciaal’ te zijn…. We gaan nog maar even niet naar huis!

Een gedachte over “China deel 6: Er is meer dan asfaltwegen en nieuwbouw

  1. Hoi beroemdheden,
    Dat is nog eens wat anders dan aardappels, groente en vlees 😉 .
    Wat een mooi (en ook wel bizar) verhaal van Xiao!
    Jullie maken wat mee!
    Groetjes,
    Jullie fan

    Like

Plaats een reactie