Zaterdag 10 november gaan we dan toch maar richting Iran. Als we Yerevan uit fietsen, loopt Knorretjes rem aan bij de remklauwen. Dit kan veroorzaakt zijn doordat de voorwiel eruit is geweest bij het vervangen van de binnenband. Op zich niet zo ingewikkeld om te verhelpen, maar het lukt ons niet. Google vertelt ons dat we min of meer voor de deur van een fietsenmaker staan. Hij lijkt dicht te zijn, maar net als we verder willen fietsen, opent de fietsenmaker zijn winkel. Hij vindt het prachtig dat we er zijn. Het is een echte vakman en pakt meteen wat andere onvolkomenheden aan. 20 minuten later heeft hij Knorretjes rem afgesteld, wat kleine slagen uit voor- en achterwiel gehaald en Iejoors trappers geolied. Dat was nog eens praktisch en efficiënt! De service was vervolgens nog gratis ook! Gelukkig hebben we weer een voorraad klompjes voor dit soort behulpzame en lieve mensen 😉
Het gebied ten zuidwesten van Yerevan is niet zo heel spannend. Het is zo plat als een pannenkoek en het ontbeert bezienswaardigheden. Maar het is heerlijk herfstweer (graadje of 10) met een dapper zonnetje, dus we genieten van het makkelijke fietsen. We fietsen een kleine 70 kilometer met een korte omweg naar één van de grootste bezienswaardigheden van Armenië: Khor Virap. Dit kloostercomplex vlakbij de Turkse grens ligt heel mooi, met de gigantische Ararat berg (5.000+ meter) op de achtergrond. Je moet alleen wel geluk hebben met het zicht, want vaak gaat de berg schuil achter wolken of smog. Wij zien de berg wel, maar het tegenlicht en de smog maken het plaatje een stuk minder idyllisch dan het kan zijn. Maar het is en blijft een heerlijke fietsdag en min of meer langs de Turkse grens fietsen wij verder tot de plaats Ararat. De volgende dag mogen we weer klimmen, dus we genieten nog maar even van de laatste meters vlak.
Van Ararat gaat we de bergen in naar hét wijnstadje van Armenië: Areni. Als we onderweg een pauze houden, stopt er onder luid kabel een stokoude Lada. Uit de Lada stappen 4 mannen en een jongetje. De mannen zijn flink aangeschoten en allemaal zijn ze beschilderd met een kruis van bloed op hun voorhoofd. Toch een tikje ongemakkelijk dat ze ons gezelschap komen houden, laat het jongetje vol trots twee onthoofde spreeuwen zien. Vervolgens opent één van de mannen de achterbak. Hier blijkt een (levend) schaap in te liggen, waarvan de oren zijn afgesneden. De mannen maken duidelijk dat ze onderweg zijn naar een feest. Het lot van het schaap laat zich dan ook raden. Wij bedanken vriendelijk voor de aangeboden wodka en zijn vooral blij dat zij een andere kant op rijden, dan wij op fietsen…
Als we Areni binnenfietsen wordt direct duidelijk dat dit de wijnregio is. Overal wordt langs de weg wijn aangeboden, voornamelijk in colaflessen. Colaflessen, omdat de Iraanse truckchauffeurs dan stiekem alcohol Iran in kunnen smokkelen. Ja hoor, dat zullen die douanebeambten niet weten! Areni ligt mooi tussen hoge rotsen en diepe kloven. Hoog op één van die rotsen staat een kerk. Dat is een mooie opmaat voor het klooster dat we in één van deze kloven willen gaan bezoeken: het Noravank klooster. Maar het klooster moet nog even wachten, want onze visum beslommeringen maakt dat we morgen (maandag) eerst terug naar Yerevan gaan om te kijken of we alsnog het visum kunnen bemachtigen. Terug naar Yerevan gaan we overigens liftend doen. Knorretje en Iejoor vertrouwen we toe aan de B&B in Areni.
Zo succesvol als het liften is, -binnen 5 uur hebben we de 2×120 kilometer met 3 auto’s heen en weer gelift-, zo teleurstellend is het bereikte resultaat in Yerevan. Ons Iraans visum is weer afgewezen. Zonder opgave van reden en zonder te vertellen wat nog de opties zijn. Simpelweg “computer says no”. Het helpt een heel klein beetje dat niemand een visum lijkt te krijgen vandaag. Allemaal (Duitsers, Fransen en een Deen) zitten we in hetzelfde schuitje. Gezamenlijk belanden we vervolgens in een biertentje om een bierproeverij te houden. Wijzer worden we niet van elkaar, want iedereen behoud dezelfde vraagtekens. “Waarom zijn we afgewezen? Wat kunnen we nu doen?” Gefrustreerd en uit het lood geslagen keren we terug naar Areni. We weten eigenlijk niet zo goed wat te doen. Iran zou één van onze hoogtepunten worden en visumtechnisch geen enkel probleem. Het hele visum gedoe begint een beetje een schaduw te werpen, ook op ons verblijf in Armenië.
We besluiten in elk geval nog naar Yeghegnadzor te fietsen en het Noravank klooster te bezoeken. Dat is niet heel ambitieus, want het is maar een kilometer of 30 fietsen. En de 8 kilometer en 500 hoogtemeters naar Noravank, willen we liften. Dat de ambities niet zo hoog liggen, komt ook -naast een stuk demotivatie- doordat Hilgien zwaar verkouden is. En met weinig lucht, klim je niet zo lekker. Dinsdag is het wederom een fantastisch lekkere dag, met een mooi zonnetje. De eerste de beste auto (een Lada!) stopt zodra we een duim opsteken en zo zijn we binnen de kortste keren bij het klooster. Het kloostercomplex ligt werkelijk heel mooi; hoog boven een kloof uittorenend en vol in het mooie herfstzonnetje. Terugliften lukt niet, dus het wordt een lekkere wandeling naar de fietsen.
Aangekomen in Yeghegnadzor besluiten we een extra dagje te blijven zodat Hilgien wat kan herstellen en om even een goed, nieuw plan te maken. We hadden het idee om met een rondje terug naar Yerevan te fietsen, maar Hilgien komt met het creatieve plan om het roer flink om te gooien. We gaan naar Azerbeidzjan! We gaan vanaf Baku naar Teheran vliegen. Bij binnenkomst op een aantal luchthavens van Iran, kan je namelijk een visa on arrival krijgen. Wat niet helemaal duidelijk is, is wat het betekent als je al twee keer een visum ontzegd is. Maar we gaan ervoor! Het betekent overigens dat we ook nog even snel een visum moeten regelen voor Azerbeidzjan. Via, jawel, een e-visum systeem. Gelukkig werkt dat hier goed en snel en binnen een paar uur is dat geregeld. Met een visum voor Azerbeidzjan en een vlucht op zak, gaan we richting Baku. Langs het Sevan meer, eerst helemaal terug naar Georgië en dan door naar Azerbeidzjan. Armenië is namelijk een fuik. Zonder visum voor Iran kunnen we niet naar het zuiden. Naar het westen gaat ook niet. De grenzen met Turkije zijn gesloten, omdat de Armeense genocide door Turkije niet erkend is. Naar het oosten is tevens geen optie, gezien de oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan over Nagorno Karabach. We moeten terug. Totaal tegen onze principes in.


Donderdag 15 november op pad naar Martuni. Maar inmiddels zijn we beiden niet zo heel erg fit. Om bij het meer van Sevan te komen, moeten we een pas van 2.438m over. Hiervoor dienen we ruim 1.400 hoogtemeters te maken. Bij het vertrek uit ons hostel wordt ons duidelijk gemaakt dat er op de pas sneeuw ligt, dus dat belooft wat! Het eerste stuk gaat best lekker, met een lekker temperatuurtje en een rustige hellingsgraad tot aan de voet van de pas. Daarna gaat het met haarspeldbochten en een flink stijgingspercentage snel omhoog. Het wordt kouder en tot onze verontrusting zien we buien aan komen. We houden het tempo er goed in en de pauzes kort, maar vlak voor de top begint er toch wat sneeuw te dwarrelen. Gelukkig valt de hoeveelheid verse sneeuw mee, maar het is kil en de zon is volledig verdwenen. Eenmaal over de pas komen we op een hoogvlakte uit, die volledig besneeuwd is. Het waait hard en tot onze geluk hebben we de wind in de rug. Dat geldt niet voor een stel Russische fietsers die we op de vlakte treffen, nog voor de pas. Lopend met de fiets aan de hand, vanwege het hellingspercentage en de harde wind. Het is inmiddels bijna 17 uur. Wij hebben nog 20 kilometer te gaan tot Martuni, maar met 500 meter afdalen voor de boeg en wind mee, moet dat net lukken voor het donker. De Russen zijn notabene van plan om hun tentje op te zetten. Wellicht zijn wij wat luxe paarden geworden, maar in deze winterse omstandigheden zien wij het echt niet zitten om te kamperen! In Martuni checken we in in een onooglijk lelijk hotel dat vol zit met luidruchtig, wodkadrinkend en in ochtendjas rondlopend volk. Maar na een dag door de kou fietsen, slapen wij heerlijk.
Na Martuni fietsen we in twee dagen via Sevan aan het Sevan meer en Dilijan naar Vanadzor. Naar hetzelfde gloednieuwe, goedkope tophostel als waar we op dag drie van ons verblijf in Armenië verbleven. Het Sevanmeer ligt op 1.900m hoogte. Het is er dan ook fris, maar niet al te koud. De uitzichten zijn vaak prachtig, met besneeuwde bergen op de achtergrond. Tussen Sevan en Dilijan gaat de weg eerst iets omhoog, om daarna via een tunnel en een hoop haarspeldbochten af te dalen naar Dilijan. We zijn erg verbaasd als we de tunnel uitkomen. We zijn afgedaald en toch is het hier veel kouder en volledig besneeuwd. Oké het is de noordkant van de berg, maar dit hadden we totaal niet verwacht. Bovendien schijnt er een heerlijk zonnetje bij, dus we wanen ons op wintersport en genieten van de spectaculaire afdaling. Van Dilijan volgt nog een pittige klim, voor een tweede afdaling ons bij Vanadzor brengt. De klim valt vies tegen en we moeten weer eens knokken tegen de tijd. Na de klim komen we niet echt op een top, maar wederom op een soort van hoogvlakte. Het is koud, maar ondanks dat staan (Russische?) mensen hun zelfverbouwde producten te verkopen (kolen, ingemaakte groente, aardappels). Wat moet dat koud zijn om de hele dag aan de weg te staan bij een temperatuur van rond het vriespunt! Met de verlichting aan, storten we ons naar beneden, zoveel mogelijk gebruik makend van het allerlaatste daglicht. Het lukt om min of meer voor het donker de eerste verlichte straten te bereiken. En alhoewel Vanadzor net zo onooglijk lelijk is als de meeste Armeense steden, voelt het toch een beetje thuiskomen in ons vertrouwde hostel met de heerlijke bedden.
Vrijdag fietsen we dezelfde route terug naar de grens. We hebben een nieuwe regel verzonnen; “als het dezelfde route is als reeds gefietst, mogen we liften”. (Onze fietsreis heeft regels die naar gelang de reis bijgesteld kunnen worden ;). Maar als blijkt dat we 1.500m gaan afdalen, vinden we liften zonde vanwege onze eerste principe “we fietsen alles wat veilig en mogelijk is” en afdalen is leuk! Dus we besluiten er een, voor ons doen, monstertocht van te gaan maken. We willen van Vanadzor in één dag naar de grens van Azerbeidzjan fietsen. Een afstand van ruim 130 kilometer, met 500 hoogtemeters én 1.500 ‘laagtemeters’. Dit moet haalbaar zijn met de wind mee. Foto’s maken is niet nodig, want het is een herhaling van zetten. Bovendien hebben we geen dubbeltje Armeens of Georgisch geld meer. Het is -4 graden als we vertrekken. Vanadzor wordt in Armenië ook wel klein Siberië genoemd en om een reden! Echter het is heerlijk zonnig en al snel kunnen we wat laagjes afpellen.
De beide grensovergangen van Georgië gaan vlekkeloos. We betalen tot onze opluchting nog steeds geen belasting over het in Tbilisi ontvangen pakketje én nog belangrijker: worden in en uitgelaten 😉 Bij de grens van Azerbeidzjan gaat het allemaal totaal anders. Er staat zoals gewoonlijk een file, maar dit maal voor een gesloten hek. Wij hebben de gewoonte aangenomen iedereen voorbij te fietsen, dat schiet tenminste op. En nee, dat is niet asociaal, de auto’s halen ons de hele dag al in. We kijken verbaasd naar het grote hek. Waarom het hek dicht is, is onduidelijk, mondjesmaat worden er wat mensen doorgelaten, zo ook wij. Daarna is het allemaal chaotisch, krijgen we een kaartje met een nummer, wat niet lijkt te corresponderen met de verschillende loketten. Een douanebeambte ontfermt zich over ons, maakt grapjes, stuurt ons naar verschillende loketten en gooit de boel nog meer in de war. We moeten geregeld wachten, terwijl we onze paspoorten zien liggen en niemand er iets mee doet. Uiteindelijk blijkt ons Armenië-stempel het grootste struikelblok. Ze willen weten wat we daar in godsnaam hebben gedaan (de toerist uitgehangen) en of we in Nagorno-Karabach (Artsakh) zijn geweest. Dankzij Polarsteps kunnen we de afgelegde route precies tonen en zijn ze relatief snel gerustgesteld. Na nog wat onduidelijk bureaucratisch gedoe zijn we dan toch echt in Azerbeidzjan. Een onverwacht land #20! De afgelegde afstand vandaag is uiteindelijk 133,5 km geworden met een gemiddelde van maar liefst 21,5 km/u. Beiden een nieuwe topscore van onze reis en een mooie afsluiting van Armenië!
Terugblik:
Het is ontzettend jammer dat ons verblijf in Armenië zo is overschaduwd, door het gedoe met ons visum voor Iran. Armenië is echt een mooi land, rijk aan geschiedenis en de Armeniërs zijn een warm, welkom volk. De mensen zijn onmiskenbaar anders dan de Georgiërs en de Turken met hun zware wenkbrauwen en gitzwart haar. Ze zijn opener dan de Georgiërs en reageren vaak heel enthousiast als we langs komen fietsen. De vrijgevigheid daarentegen is een stuk minder, maar het land oogt ontzettend arm en sober, dus we vermoeden dat de meeste Armeniërs erg weinig te delen hebben. Bizar hoe we zo snel aan die vrijgevigheid gewend zijn geraakt, al hoewel het zo bijzonder is.
Waar Armenië vooral bekend om staat, zijn de oude kloosters en kerken. Google maar en je komt fantastische foto’s tegen. De kloosters zijn mooi, alhoewel de binnen- als buitenkant sober te noemen zijn. Het mooie zit vooral in de ligging en de omgeving. Wellicht komen ze nog beter tot zijn recht tijdens de lente en de zomer als de zon schijnt en het groen is. Ons viel het vaak wat tegen op de regenachtige novemberdag. Maar ja wat niet?;)
Het verkeer is rustig, de wegen redelijk (de hoofdroute vreemd genoeg vaak minder goed dan de wat kleinere routes), wat het een goed fietsland maakt. Althans, als je houdt van klimmen (nog steeds niet onze hobby), want overal zijn bergen met een pittig reliëf. En er zijn nauwelijks tunnels of bruggen om de boel af te vlakken.
Als je houdt van oude Sovjet auto’s is Armenië écht je land. De Lada’s rijden er bij bosjes rond in een keur aan kleuren. Groen, blauw, geel, wit en rood maar ook ‘frisse’ kleuren als aubergine, beige en mokka. Het lakwerk is echter vaak zo verkleurd dat nauwelijks te zien is, wat de originele kleur is. En dan de vrachtwagens. Wij houden -ook als fietsers- van de Armeense, mooie, lieve, knalblauwe vrachtwagentjes die kennelijk niet kapot te krijgen zijn.
Wij fietsen voor HDKT. Heb jij al gesponsord? Klik hier.
We zijn je super dankbaar!
Voor meer foto’s en onze route zie Polarsteps.
Sneeuw en vorst; stoer hoor!
LikeLike
Dank voor je reactie! Tis nou eenmaal ergens winter… We kunnen het niet helemaal vermijden maar het lijkt erop dat het aardig lukt;)
LikeLike