China deel 1: Tibet (11 – 19 mei)

Zaterdag 11 mei

We hebben er bijna 1 jaar fietsen op zitten. 15.500 km staat exact op de teller. We hebben een paar keer vals gespeeld, vanuit veiligheid, noodzaak of tijdgebrek. Zo hebben we in Georgië 24 km gelift omdat we in het donker zonder goede (eigen) verlichting op een hele slechte weg vol kuilen en plassen fietsten. De kop ging eraf… We vlogen van Baku, Azerbeidzjan naar Teheran, Iran. Ons visum overland werd twee maal geweigerd en een ‘visa on arrival’ was een 3e (wel geslaagde) poging het land in te komen. In Iran pakten we de bus voor 575 km om op tijd in Oman te kunnen zijn, waar Hilgiens ouders op bezoek kwamen. Vervolgens vlogen we van Muscat naar Trivandrum, Zuid-India om Pakistan uit veiligheidsoverwegingen te vermijden. In India moesten we 8 km liften omdat het onveilig werd geacht om tussen de tijgers door te fietsen. Daarna pakten we van Mumbai naar Agra voor 1.200 km de trein, omdat India zo enorm groot is, de warmte en regen op de hielen zaten en we graag in Nepal een tijdje wilden wandelen. En nu.. nu is het toch ook weer min of meer een keuze. We slaan een stuk fietsen over. We gaan verder reizen, alhoewel Nepal onze eindbestemming was, hebben we besloten verder te gaan. Oostwaarts. Van Delft naar Nepal hebben we klimaat-technisch goed gepland. Maar niet verder gekeken. We gingen immers naar Nepal.

Nepal is bereikt. Net als de geplande 15.000 km. Aan het 3e doel moeten we nog wat langer werken; we gaan nog steeds voor het inzamelen van €15.000 voor sarcoomkankeronderzoek. Nu we verder gaan zijn er twee opties. Georganiseerd door Tibet, omdat je absoluut niet alleen door Tibet mag reizen of via India, Myanmar etc. dwars door de hitte en moessonregens. Aangezien we een hekel hebben aan regen en al helemaal aan fietsen door de regen, kiezen we voor flink betalen om Tibet door te komen. Met een privé tour zouden we dit kunnen fietsen. Wat heel gaaf klinkt! Echter de hoogte, de 25.000 hoogtemeters, meerdere passen van 5.000+ meter en een tijdsbesteding van zo’n 24 dagen maken dat een lastige missie. Het gaat nog heel veel prijziger zijn en met een groepsvisum waarmee we max. 35 dagen in China mogen zijn, moeten we daarna alsnog heel veel valsspelen om het land te verlaten. Bovendien… als we in Lhasa zijn is er nog een heel stuk Tibet te gaan voor we vrij in China kunnen reizen…

We kiezen voor een 8-daagse tour van Kathmandu naar Lhasa, blijven een dagje extra in Lhasa en nemen de trein (over vals spelen gesproken) naar Xi’an. In Xi’an is het beroemde terracotta leger. Bovendien is het vanaf daar nog 1.250-1.750 km naar een haven om de boot naar…. Japan te nemen. Precies haalbaar binnen de duur van het visum. Het visum wat niet te verlengen is en met alle strikte regels in China wil je de visumduur niet overschrijden… Dus we gaan met een groepsreis, met een auto van Kathmandu naar Lhasa….

Oh en VPN is al geïnstalleerd. Net als in Iran is zo ongeveer het hele internet geblokkeerd. Met een virtueel privaat netwerk kunnen we de blokkades van China vermijden en op google, Whatsapp, facebook etc. We zijn er klaar voor; om over land en het digitale netwerk te reizen!

Tourdag 1

Om stipt 7.15 uur staat een jeep en een scooter voor de deur. We hebben duidelijk gemaakt waar ons tijdelijke huis woont en dat de fietsen mee moeten en zo komt de manager van TibetTravel voor rijden. We hebben veel bagage. Te veel. Tja, daar valt niet over te discussiëren, daar zijn we het volledig mee eens. Maar het moet en zal mee gaan. De fiets(doz)en worden het dak op gehesen en met touwen vast gezet. Eén van de 2 achterbanken wordt opgeklapt en onze 2 enorme en 4 normale tassen erop gezet. Vol. Hartstikke vol. Bij een luxe hotel pikken we echter nog 2 mensen op. Het stel uit China en Singapore heeft ook bagage. Al met al past het en gelukkig hebben we alleen een chauffeur en geen gids. Die laatste zou niet meer passen.

De weg naar de grens Nepal-Tibet/Kyirong is een slechte weg, het asfalt zit vol gaten en delen zijn niet geasfalteerd. De chauffeur kiest meerdere keren de shortcut en niet de hoofdweg. Dat zou veel tijd schelen. Wij irriteren ons er allemaal aan en maken hem duidelijk dat de hotseklots route over een stofweg niet onze keuze is. We vragen hem de hoofdroute te nemen. Dat doet hij niet. De kortste route bespaart brandstof en levert irritatie, misselijkheid en geklots op. We maken ons zorgen om de fietsen die wel bovenop het dak in een stevige doos zitten, maar ook op elkaar geklemd, zonder extra bubbelplastic of ander soort bescherming. De chauffeur blijft doorrijden en wij door schudden. Later hebben we nog wel kort naar de fietsen gekeken, maar een enorme hoeveelheid stof, mede op de bijgesloten slaapzakken is het enige wat we zo kunnen beoordelen…

We komen om 14.30 uur in de grensplaats aan. Een grensplaats met 3 hotelletjes, 3 kleine winkeltjes, een enorme rij vrachtwagens en heeeel veeeel stof. Er mogen maar 50 vrachtwagens per dag de grens over en dus is er een enorme file. Wij mogen ook nog niet de grens over. We blijven na een halve dag rijden hier steken. Het irriteert, er is nog genoeg tijd om de grens over te gaan, genoeg tijd om verder te reizen en zelfs voor sightseeing. Maar de organisatie heeft het zo bepaald Het is voor hen wel zo praktisch om de wissel uit te voeren met de toeristen vanaf de andere kant.
We zitten echt in de middle of nowhere. Er is één groot voordeel; er is niets beters te doen dan te bloggen of met foto’s bezig te zijn…!

12-5 Kyriong (tourdag 2)

We zitten om 8.00 uur weer in de auto met de fietsen op het dak. Nog geen 15 minuten later zijn we bij de grens, met voor de grens 2 checkposten, na de grens 3 checkposten. Alle bagage wordt zowel door de Nepalese als de Chinese kant handmatig gecontroleerd. Al houden ze het voor gezien na de zoveelste stuks bagage van ons. Ze zijn het snel beu. De fietsdozen zorgen wel voor vragende gezichten. Aan de Nepalese kant is het snel goed, de Chinezen willen de dozen het liefst gescand hebben. Wij liever niet want er is ons verteld dat het $25,- zou kunnen kosten. Bovendien is de gereedschapset misschien wel een probleem. We kiezen ervoor de doos te openen en weer zelf dicht te plakken, dat deden we vanochtend immers ook al een keer en is een fluitje van een cent. De douanebeambte heeft het na 10 seconden wel gezien; de fietsen mogen verder. Het lijkt erop dat de scan wel een boek heeft getraceerd. Een boek met iets over Tibet komt het land niet in. Niemand vraagt of ziet de e-reader en dus geef ik de Lonely Planet ‘Trekking Nepal’ af. Deze wordt nauwkeurig bekeken, alle kaarten met twee personen gecontroleerd en uiteindelijk goed bevonden. We zijn erdoor! Met al onze bagage! Zelfs met Winnie de Pooh die verboden is, het mes waar we zo blij mee zijn, de souvenirs die er volgens de Nepalese kant er prijzig uit zagen en de powerbank van 20.100 mA, bij een max van 10.000 mA….

Nog een uurtje en 2 controleposten later komen we uit in Kyirong, een nieuwe stad uit de grond gestampt. Het is allemaal snel gegaan, echter het tijdsverschil van 2 uur en 15 minuten maakt het dat de tijd vliegt. We hebben nu een gids en blijken daadwerkelijk een reisgezelschap te zijn van maar 4 personen, een gids en een chauffeur. We bezoeken een 7e eeuwse tempel met onze gids, die ons het e.e.a. kan vertellen over het boeddhisme. Zo vertelt hij dat men in het Tibetaanse boeddhisme de ander boven zichzelf stelt. Verder zijn de volgende dingen steeds terugkomende punten in het geloof. Er zijn 6 soorten wezens: hoge wezens (mens, hemel en de duivel) en lage wezens (dieren, hel en de hongergod). Als mens hebben we drie soorten verleidingen waar we weerstand aan moeten bieden: onwetendheid, verlangen en woede. Alle wezens hebben 4 momenten van lijden: geboorte, dood, ziekte en ouderdom.

Overal zien we gebedsvlaggen, we herkennen onder andere de omgekeerde Nederlandse vlag. De vlaggen staan altijd in dezelfde volgorde van boven naar beneden met per kleur een betekenis. Bovenaan staat de blauwe vlag (lucht), dan wit (wolken), rood (vuur), groen (water) en geel (aarde).

De eerste verwonderingen over China/Tibet hebben we al te pakken. Om te beginnen is het wegdek fantastisch zodra je de grens over bent. We rijden weer eens rechts i.p.v. links. Als we gaan lunchen in Kyirong, staat het hele restaurant om ons heen te discussiëren wat wij willen eten. De zonnebloempitten die voor ons zijn neergezet, worden bij deze discussie genuttigd. Door het personeel wel te verstaan. Als wij langzaam aan het genieten zijn van het eten wat ons voorgeschoteld is (een enorme kom soep, een emmer rijst en een heerlijk kip met pinda gerecht) komt de eigenaar ogenschijnlijk steeds ongeruster polshoogte nemen. Als hij uiteindelijk zijn rekenmachine pakt om ons het bedrag te tonen dat wij moeten betalen, wordt het duidelijk: we worden geacht af te rekenen en te vertrekken, want hij wil zijn restaurant sluiten. Dat we nog niet uitgegeten zijn, is van minder belang.

Wat nog meer opvalt: keurige, brede straten, met stoplichten en bijna geen verkeer. Een straat die ophoudt bij een berg, maar wel met een stoplicht voor rechtdoor. Mogelijk is het de standaard stoplichten opstelling, maar wellicht wordt die berg morgen wel opgeblazen voor de volgende stadsuitbreiding. De stoplichten hebben allemaal camera’s, om verkeersovertredingen te registreren en waarmee je in de gaten gehouden wordt. Dat wordt flink aanpassen na de verkeer wetteloosheid in Nepal en India waar we zelf flink van profiteerden. Een rood stoplicht was puur extra opletten en door. Nu wordt het gehoorzamen en vertragen… Overigens lukt dat later in Lhasa in de eerste 10 km nog niet zo goed, als we met veel haast naar het station scheuren….

Die camera’s zitten ook in de toeristenbussen. Zowel naar buiten als naar binnen gericht, naar inzittenden/chauffeur, en het dashboard (km teller en snelheidsmeter). Overal om ons heen onleesbare tekens, zowel het Mandarijn als Tibetaans. En…een kind wat midden op straat zijn behoefte doet, terwijl zijn moeder gewoon wacht tot hij klaar is. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Als we later volwassenen dat aan de kant van de weg ook zien doen, blijkt het hier daadwerkelijk doodnormaal te zijn.

’s Avonds gaan we met onze reisgenoten Andrew uit Singapore en Carina uit China uit eten. We laten Carina kiezen en het is weer heerlijk en boeiend. Zo hebben wij nooit varkenspoten gekloven en het merg vervolgens uitgezogen met een bijgeleverd rietje. En het is nog even oefenen met de stokjes. We krijgen het voor mekaar om ermee te eten, maar technisch gezien doen we het niet goed. Trouwens technisch gezien krijgen we de eerste Chinese woordjes die we leren niet goed uitgesproken. Wij denken de woorden identiek uit te spreken als de Chinese, maar kennelijk maken we er een onverstaanbare janboel van. Gelukkig hebben we nog even om te oefenen!

13-5 Tingri (tourdag 3)

Het wordt een hele lange dag. We rijden meer dan 500 km en onderweg bezoeken we Everest Basecamp en een klooster. Bovendien gaan we twee passen van 5.200 m over, waarvan één twee keer. Als we Kyirong verlaten, verandert het landschap snel. Van groen en bosrijk naar veel droger. De dorpen die wij onderweg zien, zijn allemaal nieuw uit de grond gestampt, allemaal hetzelfde en vaak eentonig in rechte lijntjes geplaatst. Dit valt in de komende dagen steeds meer op. Daarbij hebben ze regelmatig zelfs een openlucht fitnessruimte. Alsof de hardwerkende landarbeiders nog even gaan zweten op fitness toestellen! Ach, je weet maar nooit.

De huizen in de dorpen zijn door de overheid gebouwd en (grotendeels) gefinancierd voor de dorpelingen. Het leven hoog in de bergen is niet goed voor ze, ze kunnen beter hier aan de Friendship highway wonen. 1,3 miljoen Tibetanen zijn om deze reden verplaatst. Volgens de gids gaat het om 20% van de woningen in Tibet, wij hebben het gevoel dat het 80% is, maar dat zou aan onze route kunnen liggen. In deze nieuwe dorpen is scholing en in de bergen een hoog gehalte aan analfabetisme. Er is een betere gezondheidszorg en een verzorgd pensioen. Als een dorpeling 60 jaar is, krijgt hij/zij een pensioen van 600 yuan (€77,-) en vanaf zijn 70e een pensioen van 700 yuan (€90,-). Belasting hoeven de Tibetanen niet te betalen. Het heeft dan ook wel wat gekost. De overheid heeft €40 miljard geïnvesteerd in Tibet. Grotendeels ook in de fantastische asfaltwegen die roepen om befietst te worden. De gids meldt geregeld dat de overheid dit 3 jaar geleden allemaal heeft geregeld. Het verschil met de Nepalese wegen is enorm…! We zien veel toeristische hotels en restaurants. Allemaal om de economische groei te bevorderen. Zelfs veel kloosters zijn nieuw of uitgebreid gerenoveerd door de overheid. Hier komen Chinese immigranten op af, die volgens de Tibetanen van dit alles het meest profiteren. Al met al doet de overheid het hier dus fantastisch… Ze proberen economische groei te bevorderen in de meest achtergestelde regio van China, tegen een groot financieel verlies. Het klinkt allemaal geweldig!

Wat de gids niet vertelt, maar wat we realiseren en kunnen lezen in de digitale Lonely Planet (die binnen te smokkelen is), is dit…. –natuurlijk-… prachtige schijn.

Er mag geen drukwerk over Tibet het land in. Overal wordt alles gefilmd. Politiek gevoelige vragen zijn daardoor onmogelijk. We, en dus iedereen, wordt van de grens tot Lhasa gecontroleerd. Wel elf maal! Paspoort, visa, permits, aantal personen in de auto, etc. Zo is het dagelijkse leven van de Tibetaan, en dan een tikkie erger. Ze hebben totaal geen controle over hun eigen gemeenschap en religie. De vele kloosters lijken te worden gerund door Han Chinezen en staan onder strikte politieke controle. Overigens zijn meerdere kloosters voor 50% gefinancierd door de overheid en wordt het salaris (van een deel?) van de monniken door de overheid betaald. Daarmee heeft de overheid een flinke vinger in de pap bij de kloosters. De camera’s die overal, maar dan ook overal staan maken dat je geen andere kant op kan. Overigens zal dat voor héél China gelden….

We verwachtten meer authenticiteit qua dorpen, maar dat is er niet. Wat nog wel heel authentiek is, zijn de prachtig met hoofdtooi versierde yaks die op het land meehelpen met o.a. ploegen. Of zijn het dzoo’s? Een kruising tussen koeien en yaks. Een yak is speciaal omdat hij boven de 3.000 m leeft. Hij doet het zelfs nog erg goed op 5.000 m hoogte. Een yak heeft drie maal meer rode bloedcellen dan een koe en kan daarmee de ijle lucht goed aan.

Ondanks dat het landschap dor is, of misschien wel daarom, is het landschap mooi: indrukwekkende rotsformaties, met kabbelende riviertjes en af en toe wilde ezels en, als we het goed gezien hebben, een soort gazellen.

De wegen zijn onveranderd goed. We klimmen drie keer naar een hoogte van boven de 5.000 meter. Dat hebben we wel vaker gedaan, maar dan wel in een gedoseerd tempo. Dat doen we nu niet, met als gevolg dat we allemaal hoogteziekteverschijnselen ervaren. Auke als eerst, met overgeven en hoofdpijn. Maar niemand blijft gespaard; hoofdpijn, spugen, misselijk, geen eetlust, duizeligheid, opgezwollen lichaamsdelen (hoofd en handen) en bij elke stap kortademigheid. Vreselijk zonde, want zo kunnen we nergens echt van genieten. Niet van het uitzicht op een groot deel van het Himalaya gebergte inclusief Mount Everest (Qomolangma in het Tibetaans) en ook niet van ons bezoek aan het Everest Basecamp en het nabijgelegen Rongbuk klooster. Dit klooster is het hoogst gelegen klooster ter wereld gelegen op 5.200m en het is, ook bijzonder, een gemengd monniken en nonnen klooster. Maar zoals gezegd, echt genieten kunnen we er niet van. Gelukkig hebben we de foto’s nog, zullen we maar denken.

De lange dag eindigt als we om 23 uur inchecken in ons hotel in Tingri, waar we uitgeput van de indrukken en de hoogteziekte in ons bed ploffen. Volgende dag helaas weer vroeg op omdat we weer een druk programma hebben.

14-5 Shigatse (tourdag 4)

We staan allemaal brak op. Dat kan ook bijna niet anders, want Tingri ligt nog steeds op 4.300m hoogte. Een onverantwoorde hoogte om te slapen zonder voldoende acclimatisatie. Dus we zitten met zeer beperkte eetlust aan het ontbijt. Net nu we een echt kiesbaar ontbijt krijgen in plaats van weinig en simpel. Gesteund met paracetamol en diamox gaat het wel wat beter. We moeten vandaag weer twee passen over en werpen nog een laatste blik op de Mount Everest. Het wordt een dag met gedenkwaardige momenten. We hangen een spierwitte boeddhistische offeringssjaal op, op 5.318m, de hoogst pas van deze Tibetreis. De sjaal krijgt een extra lading, want vandaag zijn we 365 dagen geleden uit Delft vertrokken. Wie had kunnen denken dat we die 365 dagen (en meer!) zouden vol maken? Het vervoersmiddel fiets, was niet de meest logische keuze, gezien onze beperkte fietservaring. En we hebben dan ook regelmatig een dip gehad. Een paar keer overwogen we te stoppen met fietsen en verder te backpacken. We hebben zelfs heel even op het punt gestaan om ieder onze eigen weg te gaan. En nu staan we hier! Op een hoge pas in Tibet, met onze fietsen. Dat die fietsen in dozen ingepakt in een bus liggen, is dan wel een beetje jammer. Wat hadden we hier graag gefietst! Al was het alleen maar om de vrijheid te hebben om te stoppen wanneer je wilt.

Een tweede bijzonder moment is een bord dat aangeeft dat Shanghai nog 5.000 km is. Shanghai is de stad waar we, als alles volgens plan gaat, de oversteek maken naar Japan. Het doet ons beseffen wat een immens land China is. Zelfs als ons visum het zou toelaten, is het de vraag of dit niet wat te ver is om volledig te fietsen.

Aangekomen in Shigatse, bezoeken we het indrukwekkende Tashilhunpo klooster. Dit klooster is net als zoveel kloosters, tempels en andere religieuze gebouwen, grotendeels verwoest tijdens de culturele revolutie. Inmiddels is het klooster, m.n. met overheidsgeld, in volle glorie hersteld. In het klooster zetelt de Panchen Lama. Na de Dalai Lama is hij de hoogste spirituele leider. Het klooster bevat een aantal prachtige tombes waar de 4e t/m de 10e Panchen lama’s begraven liggen. Het complex is daarom een belangrijk pelgrimsoord. Pelgrims komen van heinde en ver en sommigen leggen die tocht aanbiddend af met een neerwerpende, uitputtende voetval (in het Engels 1 woord: prostration). Hierbij gaan ze languit op straat liggen met het voorhoofd op de grond. Daar waar hun handen de straat raken, zetten ze de voeten neer, om vervolgens weer languit op straat te liggen. Een lange, uitputtende tocht, die we een aantal bedevaartgangers zien maken.

Vlakbij ons hotel is de islamitische wijk, met een moskee en bakkertjes. Bijzonder en onverwacht om te zien dat moslims hun godsdienst openlijk mogen belijden. En bij die bakkertjes slaan wij onze slag om echt brood te scoren!

15-5 naar Lhasa (tourdag 5)

Het is alweer de laatste reisdag naar Lhasa. En wederom een lange dag in de auto waarbij de omgeving groener wordt naarmate we wat hoogte verliezen. We rijden langs gerstvelden en een gerstmaalmolen op waterkracht, we bekijken het Tashiluneo klooster en in Gyantse het Perklor klooster. We overtuigen de gids dat we niet bij een toeristenrestaurant willen worden gedropt, maar een lokaal Tibetaans restaurantje willen proberen. Dit vinden we een succes. Voor de helft van de prijs eten we tussen de dorpelingen Tibetaanse lekkernijen. Later rijden we langs de Korola gletsjer met zijn indrukwekkende hoeveelheid witte sneeuw, langs het knalblauwe stuwmeer en langs Yamdrok, een zoutmeer. Het zoutmeer is een heilig meer en wij vinden het vooral bijzonder dat er een zoutmeer bestaat op 4.441 meter hoogte. Het is ondiep en naar horen zeggen leeft er niets in.

De ene bezienswaardigheid bekijken we in een T-shirt en hebben we het erg warm in de sterke zon, het andere moment hebben we het koud in onze donsjassen. Wat niet verandert is de vermoeidheid als we een trap oplopen, de hoogte blijft een belangrijke rol spelen. We komen 2 groepen fietsers tegen. Zij wél! Jaloers en enthousiast laten we de chauffeur toeteren en spreken we wat fietsers aan. Stuk voor stuk geven ze aan dat het veel mooier lijkt dan het is. Ook zij hebben erg veel last van de hoogte. Met het bergachtig profiel is het keer op keer afzien omhoog. We wensen ze succes en hopen zelf ooit nog een keer zelfstandig (zonder bemoeienissen van een gids) door Tibet te fietsen.

16-18 mei Lhasa

We zijn drie dagen in de heerlijke stad Lhasa met zijn 600.000 inwoners. Een stad die de laatste jaren een behoorlijke groei heeft doorgemaakt met veel lelijke nieuwbouw, allemaal voor het toerisme. Gelukkig heeft de oude binnenstad zijn charme behouden. Twee dagen worden we door de gids bij de hand genomen. De laatste dag zijn we op onszelf en verhuizen we daarbij van hotel. Van de luxe en dure ***hotels gaan we naar een goedkoop, geweldig centraal en sfeervol hotelletje op 300m afstand. Hier slapen we beter, hebben we een dakterras met prachtig uitzicht en worden we geweldig geholpen, kunnen we een was draaien en zitten we tussen de Tibetanen en Chinezen.

Toen we gisteren navraag deden over de planning van vandaag, kregen we als verrassing te horen dat we een andere gids kregen. De vraag waarom dat niet eerder is gemeld, wordt niet beantwoord. De reden wel; we zijn een budgettour en de gids heeft een andere groep. Oh? Wij vinden een tour van $130,- per persoon per dag, waarbij de overnachtingen, ontbijt, water, vervoer, chauffeur, gids en entreegelden zijn inbegrepen, behoorlijk aan de prijs. Zeker als je bedenkt dat dag 1 en 2 halve dagen waren met minuscuul ontbijt en alle lunches en avondmaaltijden zelf moeten worden betaald. Dag 8 is daarbij louter vertrekdag. We hebben de tourprijs nog wat kunnen uitonderhandelen naar $110,- pppd., echter het blijft ruim 6x onze normale dagbesteding van in ieder geval de laatste 4 maanden…. Hiervoor krijgen we wel het één en ander terug. Echter, we hebben veel vrijheid voor afhankelijkheid ingewisseld. De gids Tenzin vinden we daarbij een grote teleurstelling. Hij straalt in afwezigheid van enthousiasme, vrolijkheid en spraakzaamheid. Hij herhaalt simpele feiten het liefst drie maal, alsof we niet luisterende kinderen of domme mensen zijn. Hij vertelt daarbij veel minder dan we hadden gehoopt. Dus stellen we veel vragen. Hij luistert nooit naar de vraag. Soms krijgen we bij drie maal exact dezelfde vraag te stellen een antwoord, net zo vaak niet. En dan gaat het niet om politiek gevoelige vragen, daar houden we ons redelijk afzijdig van. We vragen alleen naar feiten die openbaar zijn.

Hoe dan ook we hebben een andere gids. Namgyal is een enthousiaste, vriendelijke, spraakwaterval. Vanaf moment één is het genieten. Hij hoort alle vragen. Hij vertelt (na even te attenderen dat de Chinese geen Engels begrijpt) in twee talen. Hij kijkt naar onze reactie en ziet en hoort wat we willen weten. Vervolgens is hij ook nog een grote openheid over gevoelige onderwerpen. En die zijn er veel. We leren veel meer in de twee halve dagen dat hij met ons op stap is, dan de dagen hiervoor. We worden eerder moe van oververzadiging dan van irritatie;)
We bezoeken met elkaar de highlights van Lhasa:
– Potala palace
– Jokhang klooster
– Drepung klooster
– Sera klooster (met het aanschouwen van het monnikendebat, een vraag en antwoord spel)

Er zijn 6 miljoen Tibetanen, waarvan ongeveer 1,3 miljoen in het buitenland wonen. Het is heel moeilijk voor een Tibetaan een paspoort te verkrijgen. Velen gaan illegaal naar India of Nepal om te studeren, zo ook onze gids. Met deze studie kan hij vervolgens niets doen, want de opleiding wordt niet erkend en dus is hij maar gids geworden. Een goede intelligente gids, dat dan weer wel.

Het boeddhisme is vanaf de 7e eeuw geïntroduceerd vanuit India. De Tibetaanse koning heeft het boeddhisme een tijd verboden. Teveel mensen werden monnik of non, werkten niet en kregen gratis eten. Zonder werkende bevolking gaat het niet. Deze koning is door een monnik vermoord. Waarna de Tibetaanse staat zo’n 150 jaar uiteenviel in rivaliserende staten. Pas 300 jaar later werd het boeddhisme weer toegestaan. Opnieuw werden vele Tibetanen, monnik en werd het boeddhisme bepalend voor Tibet. Aan het hoofd van het Tibetaanse boeddhisme staat de Dalai Lama, waarvan de huidige de 14e Dalai Lama is. Letterlijk betekent Dalai Lama een oceaan aan kennis. De dalai lama is de staatshoofd van Tibet. De 14e dalai lama zit met de hele Tibetaanse regering in ballingschap in Dharamsala, India.

We bekijken een enorme hoeveelheid boeddha’s, graftombes van de overleden dalai lama’s, foto’s van panchen lama’s, de vele geschreven boeken over het boeddhisme etc. We zien nooit een afbeelding van de huidige dalai lama. Een afbeelding van de 14e Dalai Lama is in Tibet en heel China ten strengste verboden.

De Chinese regering is momenteel erg bepalend in het aantal monniken. Zo mogen er in Potala Palace nog maar 4.000 monniken hun geloof uit oefenen, tegen 50.000 die ervoor woonden. Daarbij moeten de monniken examens afleggen om hun beroep/geloof uit te oefenen. Zowel Tibetanen, als Han-chinezen wonen in het paleis. De laatste groep (naar openheid van de gids), ter controle van de Tibetanen. Dit naast de vele camera’s met spraakherkenning waarmee het paleis vol hangt. De dier- en mensvriendelijke Tibetanen komen hier regelmatig tegen in opstand. Zij doen dit onder andere door zelfverbrandingen. Overal zijn controleposten, waarbij wij als blanke westerlingen opvallend minder streng worden gecontroleerd dan de Tibetanen. De Tibetaan mag geen vocht (zelfs geen (drink)water) of een aansteker mee naar binnen nemen om zelfverbranding te voorkomen. Bovendien helpen alle controleposten met identificatie om alle wandelgangen te controleren… Wat realiseer je dan dat je in zoveel vrijheid leeft, in een democratische monarchie woont en de overheid bijna niets over je te vertellen hebt, zolang je niet al te criminele activiteiten onderneemt.

Heel Lhasa lijkt te worden overstelpt door Han-chinezen. Van de 5.000 gidsen is slechts 400 Tibetaan. Veel winkels en restaurants worden gerund door Chinezen. Voor ons is het lastig te bepalen of we ze Tibetaans of Chinees kunnen begroeten en bedanken. De taal is totaal verschillend, ook de schrijfwijze. De mensen zien er verschillend uit, al kost het ons even tijd om ze goed te kunnen onderscheiden. De Tibetaan is gebruinder, oogt vriendelijker, is vaker traditioneel gekleed en lijkt voor ons op Mongolen of Eskimo’s. De Chinees vermijdt de zon door petjes en paraplu’s en is vaak witter dan wij en heeft een minder rond gezicht. Maar bij de altijd vrolijk ‘hello’ groetende kinderen zien we het allemaal net wat minder duidelijk, op de huidskleur na.

De Tibetaan is in principe vegetariër. Al wordt er van oudsher wel yakvlees gegeten. Hoe kleiner het dier, hoe meer dieren gedood worden om een maaltijd te vormen, daarom zijn bijvoorbeeld vissen (die kunnen veel eitjes bevatten) en garnalen uit den boze. Vlees, zoals yak eten is een zonde, maar je mag zondes begaan, met bidden, doneren, etc. kan je het één en ander goed maken. De Chinees daarentegen eet alles en alles zonder schuldgevoel. In een restaurant kenmerkt het menu zich door de diversiteit aan vlees.

In India en Nepal waren we verbaasd over de openlijke verbrandingen na overlijden. In Tibet is het voor ons nog bijzonderder. In Nederland kan je je wens uitspreken of je wilt worden gecremeerd of begraven. In Tibet kan dat ook, maar de familie bepaalt hoe dan ook hoe je laatste moment op aarde zal zijn. In dit leven, want je komt nog weer terug in een andere gedaante. Zodra iemand overlijdt, mag je deze niet meer zien, aankijken of aanraken, omdat de ziel van de overledene dan niet meer verder kan gaan. Er volgt 3 dagen van rouw, alvorens het lichaam door speciale mensen wordt meegenomen. Het lichaam wordt vervolgens in stukken gehakt. Daarna zijn er twee mogelijkheden: een luchtbegrafenis, waarbij gieren het lichaam opeten of een waterbegrafenis waarbij de vissen de gelukkige zijn. Voor ons klinkt het onpasselijk en onbegrijpelijk. Hier is dit de beste manier om de ziel voort te laten leven. Een begrafenis zoals wij kennen gebeurt alleen bij kinderen tot 8 jaar. Een crematie is helemaal zeldzaam en is alleen voor moordenaars en mensen die zijn vergiftigd, het as zal daarna in de bergen worden verspreid.

In veel Tibetaanse dorpen is het trouwen ook iets speciaals voor ons. Ze doen hier aan polyandry. Als een vrouw met de oudste broer van een gezin trouwt, trouwt ze tevens met de jongere broers. De kinderen die hier uit voortkomen zien alle mannen als hun vader. Deze wijze van trouwen is om te voorkomen dat de erfenis (landgoed) wordt opgedeeld in kleine stukken.

Daarentegen lijken de vrouwen in Tibet gelijkwaardiger te zijn aan de mannen dan we afgelopen landen hebben kunnen ervaren. Vrouwen beheren het geld, zijn ondernemer etc. Ze doen wel weer erg vaak het zware werk. Zo zien we vaak het zware werk uitgevoerd worden door vrouwen.

Ondanks alle dagen van uitleg én inlezen, blijft het boeddhisme voor ons behoorlijk ongrijpbaar. Zo ook het non of monnik zijn. Dus je de hele dag bezig houden met bidden, mantra’s murmelen, kaarsen aansteken en in de boeken lezen. Daarbij het aannemen van de vele offers, het voorkomen van fotograferen in tempels en het –in onze ogen- verveeld voor zich uit staren. Daarbovenop kies je er voor als monnik of soms non, afhankelijk te zijn van donaties. Al hoewel de monniken tegenwoordig steeds vaker salaris van de overheid ontvangen. En dan nog alle andere boeddhisten met hun toewijding, hun tijdsinvestering, het vele offeren van geld, water, boter, fruit, koek, het branden van wierrook en als toppunt de ‘prostration’….!

Vanuit Europa fietsend, zien we meer en meer hoe geloofsovertuigingen bepalend zijn voor het land en de cultuur. In India en Nepal viel al op hoeveel toewijding en tijd er voor het geloof is. Hier lijkt het wel een verdubbeling. In die zin is de beperking van het aantal monniken toch wel weer begrijpelijk. Echter je moet zelf kunnen bepalen wat je met je leven en geloof doet. Zo bepaalt de ander of hij/zij offert. Zolang dit in balans is en de monnik voor jou en de wereld bidt, waar bemoeit de overheid zich dan mee? Onze Chinese reisgenote offert zo ook bij bijna elke boeddha, terwijl wij dat niet doen. Gelukkig kan je bijna overal je geld inwisselen voor 1 yuan (€0,13) briefjes, waardoor het geen fortuin hoeft te kosten en je wel meer ‘zekerheid’ krijgt op een goed volgend leven.

Als we zelf door de oude stad en over het Barkhor plein lopen raken we ontroert door de ‘prostration’. De stroom mensen die één of meerdere rondes loopt, mantra’s mompelend, 108 stappen tellend met hun kralenketting of in hun handen een gebedswiel. De meesten lopen in prachtige traditionele kleding. Anderen gaan er bij liggen, meestal doen ze in voorwaartse beweging de prostration, de meest toegewijde of misschien wel met de meesten zonden (?) doen hun liggende beweging zijwaarts. Zelf lopen we een ronde mee met open mond en ogen. Bij de Jokhang tempel is het vol met mensen die hun staand-liggende bid bewegingen maken. Blootvoets, soms met de benen samengebonden en vaak met een teller aan de vingers. Elke beweging is er één. Grote kans dat het 108 bewegingen moeten worden. Bijna een militaire training voor gevorderden, al doet iedereen het voor zich en op eigen tempo, met allemaal dezelfde toewijding.

Terwijl de boeddhisten druk met hun geloof bezig zijn, houden wij ons druk bezig met het proberen te begrijpen van alles wat we zien, het bezichtigen van tempels en stad en organisatorische dingen zoals gewoonlijk. We gaan drie maal naar het station. Eerst gaat Auke navraag doen hoe we de fietsen op transport kunnen of moeten zetten. De fietsen zullen niet in onze trein mee gaan maar 4 dagen onderweg zijn met een transport trein. Of zo iets. De fietsen mogen weer in elkaar gezet worden en daarna weer enigszins ingepakt. Jaja. Auke haalt gelijk even zijn treinkaartje op, want met één paspoort, krijg je maar één kaartje mee. Ondertussen ga ik op zoek naar een simkaart waarvoor ik mijn paspoort in bezit heb. Dat doen we drie maal tevergeefs. We pakken de fietsen weer uit en zetten ze in elkaar. De schade is beperkt tot een beetje lakschade en helaas mogelijk olielekkage van – dit keer – Auke zijn achterrem. Hydraulische remmen lijken niet goed tegen hoogteverschillen te kunnen. We waren zo overtuigd even geen fietsenmaker meer nodig te hebben, nu kunnen we opnieuw hier achteraan! Met de fietsen in elkaar kunnen we weer naar het station om ze af te leveren. Ondanks dat het 10 minuten voor sluiting is, worden we zeer vriendelijk en geduldig geholpen. We hebben natuurlijk ook een gids mee, we mogen immers niet alleen overal komen – maar die zijn we kwijtgeraakt onderweg 😉 Later heeft hij ons gevonden en helpt ook mee. Wat zijn de mensen hier toch behulpzaam!! Deze gids en chauffeur is overigens nog openlijker over ‘big brother’ en alle beperkingen door de overheid. Bij navraag blijkt hij dan ook geen camera in de auto te hebben. De derde keer naar het station is om Lhasa te verlaten.

Het klikt goed met onze reisgenoten. Elke avond eten we gedurende deze Tibet tour met Andrew en Carina. Vaak laten we Carina de maaltijden uitkiezen, zonder plaatjes blijft het lastig. In Lhasa nemen ze ons mee uit eten om Chinese hotpot (bepaald geen hutspot) te ervaren. Voor ons wordt een pan met drie vakken gevuld met olie en 2 soorten bouillon. De tafel wordt gevuld met vele bakken vlees, vis, garnalen en groenten. Vervolgens gooien we alles in de pan en daarna is het een kwestie van vissen met je stokjes naar het juiste, gare stukje eten. Een geweldige ervaring! Alles is superlekker. Het eten wordt door het koken niet snel te gaar, door de pepers wel eens te heet en zelfs sla blijkt gekookt prima te doen.

Tussendoor herschikken we alle bagage en sturen 13 kg (!) aan winterkleding naar huis. De twee paar bergschoenen, 2 donsjassen en alle thermokleding nemen de grootste ruimte in beslag. We sturen wat Lonely planets terug en hebben eindelijk wat souvenirs gekocht omdat we ze weg kunnen sturen. Het prijskaartje voor dit transport (1 maand, China-Nederland) was schrikken: €85,-. Het gewicht wat we overhouden is een grote opluchting; een kilo of 53! Zonder water dan. Dat is zonder fiets overigens nog een hele vracht naar het station toe..!

Voor donaties: HDKT

Voor meer foto’s en route: Polarsteps

2 gedachtes over “China deel 1: Tibet (11 – 19 mei)

Geef een reactie op Hilgien en Auke Reactie annuleren