Het weekend van 14/15 september, bultig Gyeongju
Hoog tijd om na een week Busan op de trappers te staan! Alhoewel… in die week hebben we bijna 120 km gefietst! Beetje het dagelijkse woon-werk verkeer zeg maar 😉 Zo makkelijk gaat dat dus. Kilometers maken. Als we net de stad uit zijn, zien we kraampjes met Aziatische appels of peren, een vrucht met meerdere namen die we in Europa niet of nauwelijks zien. Het lijkt een mega appel en smaakt naar een harde peer. Een frisse bite dus. Iets waar we al een tijd naar verlangen. Appels kosten in Japan en Korea vaak minimaal €1,- à €2,- per stuk en dat vinden we veel te duur. Hier verkopen ze 6 mega appelperen voor W10.000 oftewel €7,50. Nog steeds niet goedkoop maar na een proefsessie zijn we snel om. We krijgen er nog 1 extra toegestopt. Jeeeh wat is dit zwaar! De fiets begint kuren te vertonen onder het gewicht. Later ‘thuis’ (=een hotel) wegen we de zak en die blijkt maar liefst 4,25 kg te wegen!! Het gewichtige fruit weegt dus 600g per stuk en het smaakt fantastisch. Wat een feestje!
We bezoeken de Haedong Yonggung tempel. Het is een supertoeristische tempel. We schuifelen langs Boeddhabeelden, tempels en beelden uit de Chinese dierenriem. Het tempelcomplex is oud, maar de Japanners hebben het met de grond gelijk gemaakt tijdens een oorlog in de 16e eeuw. Het is niet zo lang geleden herbouwd en het is daardoor niet heel authentiek, maar de ligging aan de rotsige kust is prachtig. Waarom er busladingen toeristen worden gedropt, is ons niet geheel duidelijk.

We overnachten in de grote industriestad Ulsan en de volgende dag bezoeken we onderweg de Bulguksa tempel. Het is de kleine omweg zeker waard. Het is een prachtige, oude tempel, gelegen in het groen.
We hadden het idee om vanaf de stad Ulsan de vanaf hier goed gemarkeerde fietskustroute op te pikken, echter op aanraden van een Koreaanse, moeten we naar Gyeongju. Dat doen we dus maar. Gyeongju is 1.000 jaar lang de hoofdstad geweest van het Silla imperium, min of meer de voorganger van Korea. Heel bijzonder zijn de vele grafheuvels, deze sieren middenin, aan de randen en ver buiten de stad. Grafheuvels van de koningen en koninginnen van dat imperium. Het zijn stenen, ronde tombes, met een laag aarde erover, begroeit met gras. Sappig gras, maar op het betreden ervan staan hoge boetes en gevangenisstraffen. We weten ons te bedwingen. Eeuwenlang werden de leden van het koningshuis met dure offers begraven. Totdat het koningshuis werd bekeerd tot het Boeddhisme, sindsdien zijn de tombes veel soberder. De schatten uit de tombes zijn veilig gesteld in een prachtig museum, naar zeggen één van de mooiste van Korea. Het museum is, net zoals alle nationale musea in Korea, gratis te bezoeken. Wat een service! Terwijl Hilgien buiten op een bankje een powernap doet, bekijk ik de schatten.
De aan de overkant gelegen paleistuinen bekoren ons niet zo. Het zijn eigenlijk geen tuinen, maar het verloren gegane Donggung paleis. Een aantal gebouwen en torens zijn nagebouwd en zien er gloednieuw uit. Dit voelt Chinees; gloednieuwe ‘oudheid’, niet ons ding. In het kleine centrum van Gyeongju liggen de bezienswaardigheden voor het oprapen. Best lastig fietsen, al stoppend en afstappend voor foto’s! 😉 De oude vernieuwde brug in de stad is een schoonheid en als we deze op de gevoelige plaat hebben vastgelegd, checken we bij een guesthouse in. In de avond weer een detourtje om zeker te weten dat we alles hebben gezien en dan kunnen we met een gerust hart slapen. Gyeongju is zeker de moeite waard, je kan je hier nog dagen vermaken, wij houden het bij een halve dag.
Maandag-woensdag 16-18 september; Pohang
Vanaf Gyeongju gaan we oostwaarts naar de kust. We vinden vandaag fietspaden en rustige wegen, wat de dagen daarvoor niet lukte. Wat een verademing. We kijken ernaar uit om op de gemarkeerde, rustige fietspaden langs de kust te fietsen! Langs mooie stranden en baaien en af en toe een verfrissende duik in de zee. Laat maar komen! De route naar de kust toe is al erg de moeite waard, langs rivieren met mooie fietspaden en bloemenzeeën.
Ik krijg steeds meer problemen met mijn schakelsysteem. Het schakelen gaat inmiddels zo zwaar, dat ik met beide handen tegelijk moet schakelen. Pohang is een grote stad van ruim een half miljoen inwoners, hier moeten we een goede fietsenmaker kunnen vinden. Op maandag blijken de meeste fietswinkels gesloten en het duurt even voor we een open, wat betere fietswinkel vinden. Deze fietsenmaker durft, net als anderen, niet de versnellingskabels van een voor hem onbekend Rohloff systeem te vervangen. We hebben een kabel. Kunnen we het dan niet zelf? We kijken YouTube filmpjes. Het ziet er niet vreselijk moeilijk uit. Wel met het zeer beperkte gereedschap dat we hebben, laat staan met gebrek aan kennis en ervaring. Bovendien hebben we meer vertrouwen in deze fietsenmaker, die vakkundig lijkt. Als hij het al niet aandurft, waarom zou het ons dan wel lukken?
We voelen ons mietjes dat we het niet aandurven. We eten een hapje om de mogelijkheden op een rij te zetten en de rammelende maag te sussen. Terug bij de fietsenmaker, zegt hij dat hij een goede fietsenmaker bereid heeft gevonden om de kabel voor ons te vervangen. Die fietsenmaker zit echter in Daegu, 100 km westwaarts. De verkeerde kant op! Bovendien heeft hij pas overmorgen tijd om ons te helpen. Pfff, wat een dilemma is dit nu weer! Toch zelf proberen?!?
We besluiten hier twee nachten te blijven, dan ga ik woensdag in mijn eentje met de bus heen en weer alvorens de route te vervolgen. Zo verder fietsen gaat niet met alle heuvels die eraan komen. De gedwongen rustdag gebruiken we voor bloggen en shoppen. Het is prachtig weer en de stad is super schattig, enorm rijk aan kunst en kleur naast veel sportwinkels voor fietsshirtjes. Het zet alleen onze planning onder druk en dat is balen. We dachten namelijk veel tijd te hebben in Korea en nu hebben we al het gevoel dat het krap wordt.
Woensdagochtend sta ik stipt om 7 uur op het naastgelegen busstation. Iedere 10 minuten gaat er een bus naar Daegu en de start is veelbelovend. Simpeler kan niet: je koopt een kaartje, schuift zelf met beleid de fiets onderin de bus (gratis!) en hop je bent op weg. 1 uur en 20 minuten later sta je in hartje Daegu. Fietsend langs de rivier over mooie fietspaden sta ik om 8:50 uur voor de deur van de fietsenwinkel die om 9.00 uur zou opengaan. Een medewerker komt doodgemoedereerd om 9:15 aan sjokken. Maar nee, de fietsenmaker is er pas om 11 uur. En hij heeft niet beweerd dat hij de reparatie kan uitvoeren. Hij wil er wel naar kijken. Wat?!? Lekker dan!!
Korea heeft iets fantastisch voor toeristen die net als wij die geen woord Koreaans spreken; een gratis nummer die je kan bellen, waar ze Engels spreken en waarbij de medewerker voor je telefoontjes kan plegen of anderzijds kan vertalen, helpen, etc. Een telefonisch informatiecentrum zeg maar. We hadden daar dankbaar gebruik van gemaakt. We lieten navraag doen of we niet eerder terecht konden, omdat we niet teveel tijd wilden verliezen. Dat kon niet, er werd vervolgens geen woord gerept dat er twijfels waren bij het wel/niet kunnen repareren… Hebben we 2 dagen in een stad gezeten en dan schieten we nog niets op?! En nu ook nog eens wachten tot 11:00 uur… Dan maar de tijd doden met bloggen en geld pinnen, dat laatste is wederom een fikse zoektocht. Hilgien maakt zich ondertussen nuttig in het hotel met andere regelzaken, zoals herpakken van de bagage, het terugsturen van de kapotte camera naar Nederland en op de hotelcomputer bloggen. De eigenaresse van het hotel had ondertussen medelijden met ons/Hilgien en nam haar mee uit lunchen. Hilgien bedankt in eerste instantie, bij gebrek aan geld, (ik heb bijna alles meegenomen), maar weigeren was geen optie. Sterker nog, in Korea is het gebruikelijk dat de baas/ de oudste/ diegene die je uitnodigt (meestal die eerder genoemde) het eten betaalt. Aanbieden de rekening te betalen of anders te delen is ongehoord. De eigenaresse eet meestal de lunch alleen en vindt het wel grappig onze verhalen te horen. Ondertussen leert Hilgien eindelijk wat we regelmatig eten, hoe we bepaalde dingen moeten eten en een beetje meer over Korea. Na de lunch krijgt ze de mogelijkheid de computer in de kamer tot mijn terugkomst te gebruiken om o.a. te bloggen. Super handig dat ik Puck mee heb en we dus beide kunnen bloggen! Wat nou verloren tijd…?! 😉
Rond de lunchtijd krijg ik mijn fiets terug. Klaar! Voor de zekerheid even een testritje maken… Het schakelen gaat soepel, echter ik tel maar 12 van de 14 versnellingen. Dat fiks ik zelf wel even, maar verder dan 13 versnellingen kom ik niet. Terug naar de fietsenmaker. Een half uur later komt hij voltrots terug: tada, 12 versnellingen. Ja hallo, ik wil er 14! Na weer een half uur prutsen, komt hij om de tweede (reserve) versnellingskabel vragen. Waarschijnlijk heeft hij de eerste verkloot. Hij is zichtbaar geïrriteerd. Hij spreekt geen Engels, dus het communiceren gaat uiterst moeizaam. Om half 4 is het hem dan eindelijk gelukt. Onvoorstelbaar. Hij heeft er 4,5 uur over gedaan. Ergens ben ik blij dat ik er zelf niet aan begonnen ben, maar serieus, zo moeilijk kan het toch ook weer niet zijn?!? Afijn, als de gesmeerde bliksem naar het busstation en terug naar Pohang. Gelukkig gaat dat allemaal weer op rolletjes!
Om 17:45 uur staan we beide met volgeladen fietsen voor het hotel. Terwijl de duisternis invalt, fietsen we alsnog de stad uit. Het is raar om te vertrekken, we gunnen de hoteleigenaresse nog wel een extra betaald nachtje, maar we voelen onrust en willen nog wat kilometers maken. Omdat Pohang een grote stad is, duurt het wel even voor je de stad uit bent. De straten en fietspaden zijn verlicht en langs de kust zijn lichtjes, er is muziek en levendigheid. Het is weer genieten van alles wat we zien en horen om ons heen! We krijgen er trek van en gaan bij een druk eettentje zitten. De prijzen voor al het lekkers beginnen met W50.000 (€37,50)…!!! Ondanks dat de banchan, de bijgerechten reeds op tafel staan, vertrekken we. We belanden bij een supermarkt. Korea doet Japans!! Aan het eind van de dag zijn de maaltijden in de bonus, staat er een magnetron en kan je aan een tafeltje plaatsnemen! Top. De gekozen zogenaamde zuivel is een bruisend en vies gefermenteerd drankje waar we licht van in ons hoofd worden. Achteraf blijkt er alcohol in te zitten. Blijkbaar waren we dermate knorhongerig dat de alcohol inslaat! 😉
Omdat we zo laat zijn gaan fietsen, vinden we 30 km een mooie afstand en boeken we rond 19:00 een appartement. Een kampeerplek vinden in het donker, is meestal niet zo’n succes. Als we om 20:58 uur bij de accommodatie aankomen, blijkt dat ze om 20:45 uur hebben gemeld dat er niemand is om ons van dienst te kunnen zijn en overnachting niet mogelijk is. Ja ammehoela. Wij melden er tussen 20-21.00 uur te zijn en rond / na aankomst meld je ons af? Terwijl de accommodatie op booking.com te boeken is en inchecken tot 21:00 uur kan? Auke wordt baldadig en checkt alle deuren, terwijl hij ondertussen terugmailt. Ik scan de omgeving af voor een tentplek. Op de reply wordt niet gereageerd, maar Auke vindt één van de appartementen open. We bekijken het en vinden het een prima slaapplaats. We hebben geen receptionist nodig. We vinden een warme douche, handdoeken, wc met toiletpapier en genoeg plek de matjes uit te rollen. En de hoteleigenaar? Die heeft niet meer gereageerd. Overigens kost het appartement €37,50 en dat is het absoluut niet waard. Wij vinden deze oplossing – zwartslapen – ietwat onrustig maar de perfecte winwin situatie. Wij blij en zij hebben nergens last van 😉
Donderdag-zaterdag 19-21 september
Om 6:00 uur de wekker, om 6:30 uur de deur uit, om 5 minuten later op een bankje rustig te ontbijten met verse koffie (die waterkoker daar was verrekte handig). Weer een ervaring rijker. Na blokhuiscrashen (Japan), hebben we nu –niet geheel vrijwillig– appartement-gecrasht. Brutaal? Nee hoor. Gewoon dealen met de situatie en denken in oplossingen ;).
Sinds Pohang volgen we de oostkustfietsroute. Vaak fietsen we op de weg met voldoende fietsruimte, regelmatig hebben we een heus fietspad, soms zelfs een houten board’walk’ welke al dan niet half over de zee is gebouwd. En wat is het dan lekker fietsen! Al hebben we continu tegenwind. In Busan waren we blij verrast met alle kunstzinnigheid. Dit houdt na Busan niet op, integendeel! We zien werkelijk prachtige muurschilderingen (murals) en 3D schilderingen op de grond (door ons florals genoemd), mooie wc gebouwen, beelden, megakrabben aan de gebouwen en wat al niet meer. We kijken onze ogen uit! De kunst wordt afgewisseld door leuke vissersdorpen met visrestaurants, (inkt)vis die langs de weg hangt te drogen, vissers die met lange stokken zeewier ‘oogsten’ en natuurlijk koffietenten. Heel veel hippe koffietenten.
In drie dagen fietsen we naar Donghae. Er is een tyfoon op komst en dus willen we vaart maken om a. zoveel mogelijk uit de baan van de tyfoon te blijven en b. droge kilometers te fietsen.
We kamperen eerst een nachtje op het strand, het wordt al duidelijk frisser! Bij het ontwaken lopen er militairen voor de tent langs. De stranden van Zuid-Korea worden tot de dag van vandaag bewaakt! Daarna slapen we in een te duur (love?)hotel (€35,-) omdat we het koud hebben, behoefte aan douchen en totaal geen plek voor onze tent zien, bovendien moeten en zullen we om 6:00 uur op pad, zo rond zonsopkomst. Die dag proberen we 110 km tegen de wind in te fietsen om Gangneung te halen. Helaas. De enorme regen die voor de tyfoon uit gaat, haalt ons in. We wikken en wegen en kloppen bij wat hotels aan. We checken in. Het regent teveel en dat zal het de komende 40 uur doen. Non-stop en goed voor zo’n 75-100mm…. Welkom in tyfoon land. September is in principe geen tyfoonmaand meer, maar tyfoon #17 Tapah komt toch nog even tussen Korea en Japan doorsjezen en zal Busan flink raken. Gangneung ligt net boven de neerslagzone, waar wij zitten niet, want zover zijn we niet gekomen.
We zijn gestrand op een plek aan de rand van Donghae, een flink eind buiten het centrum en zonder voorzieningen (winkels, restaurants) in de nabijheid. Dat is niet zo handig met de weersvoorspellingen. De hoteleigenaresse geeft ons advies over een restaurant. We worden opgehaald en weer thuisgebracht met een taxi. Dus in plaats dat je eten bestelt en laat brengen, word je naar het eten gebracht. Waarom dat uit kan, wordt al snel duidelijk als we het restaurant binnen lopen en de menukaart onder ogen zien. Het is vreselijk duur. Een beetje maaltijd begint bij W100.000, oftewel €75,-. Dan heb je wel goede vis en heel veel bijgerechten, maar hier zijn we bepaald niet naar op zoek! We bestellen de allergoedkoopste ‘maaltijden’ en krijgen een wat zuinige blik terug van de ober. Gelukkig had Hilgien erop aangedrongen wat extra geld mee te nemen, anders hadden we deze simpele gerechten niet eens kunnen betalen.
Zondag 22 september Donghae
De hele nacht heeft het geregend. De rest van de dag zal het niet anders zijn. Het hoogtepunt van de storm is ’s avonds laat, waarna de storm snel wegtrekt. Het is indrukwekkend te zien hoeveel regen er valt. Daarnaast begint de wind flink aan te trekken en kijken we gefascineerd naar de golven die tegen de kust op beuken. We hebben helemaal geen voorraadeten en moeten weer de deur uit. Maar niet met een taxi naar een duur restaurant, dit keer. We trekken onze regenkleding aan, inclusief regenhoezen over de schoenen en gaan op pad. Waanzinnig met die wind! Toch nog doorweekt eten we en halen we boodschappen. Zijn we weer even gered voor de komende tijd. Thuis gekomen proberen we (tevergeefs) onze doorweekte schoenen droog te krijgen en bloggen we wat, ondertussen het weer buiten goed in de gaten houdend.
Maandag 23 september
De storm is weggetrokken, de zee nog altijd heel onrustig en de grote golven slaan hard tegen de kust. Het is droog en de wind is grotendeels gaan liggen, we kunnen op pad! Onze toch al gedeukte planning, moeten we niet nog verder uit de hand laten lopen.
Als de fietsen net opgeladen zijn en we de eigenaresse gedag willen zeggen, komt ze ongerust én opgelucht op ons af gelopen. Ze had ons gisteren wel weg zien gaan, maar niet terug zien komen en heeft tot 3 uur ’s nachts op ons zitten wachten….! Oh wat stom dat we ons niet even hebben gemeld! We waren niet zichtbaar; de fietsen hebben we op een andere plek neer gezet en we hebben de zij-ingang genomen om niet druipend door het hele hotel te lopen. Wat goed bedoeld was, heeft alleen maar stress opgeleverd!
Het is mooi fietsen langs de kust met het nog steeds ruige weer. Op enig moment is de weg afgesloten. Het is een stuk weg dat direct aan de kust ligt en ja, de zee is nog steeds onrustig, maar het zal toch wel loslopen? Wij negeren de wegafsluiting en fietsen door. Lekker rustig. Geen enkel verkeer, alleen wat schuimend zeewater op de weg. Soms wel een halve meter diep. Laverend en de benen hoog optrekkend proberen we zoveel als mogelijk het water te ontwijken. Dat lukt vrij aardig. Als ik vervolgens op Hilgien sta te wachten, die het tafereel vast legt, krijg ik de volle laag. Ik stond dus NIET veilig. Een enorme golf slaat op de rotsen en spat over mij heen. Ik ben van top tot teen zeiknat. Gelukkig is het niet koud. Wel is het te hopen dat de fietstassen waterdicht zijn! Een paar kilometer verderop bereiken we het eind van de wegafzetting en mensen staan vol verbazing en be/-verwondering te kijken hoe wij over de afgesloten weg aan komen fietsen. We melden voor de zekerheid dat de wegafsluiting er niet voor niets staat 😉
We vervolgen onze weg langs de kust, terwijl de zee langzaamaan rustiger wordt. Overal langs de kust staan opvallend veel hekwerken en prikkeldraad tussen ons en het strand en militaire uitkijkposten. Daarnaast zien we een onderzeeër en een fregatschip tentoongesteld langs de kust. Het lijkt erop dat de Zuid-Koreanen nog altijd bang zijn voor een invasie van Noord-Korea.
Na een lange dag van 110 km komen we in het donker aan in Sokcho. Het was flink pittig met enorme tegenwind en de vele steile klimmetjes. De klimmetjes zijn kort, echter af en toe idioot steil. Hoe steil weten we niet, want in Zuid-Korea lijken geen bordjes te bestaan die meer aan geven dan 10%, meestal staat er maximaal 8%. Onze inschatting is dat er stukken bij zijn van zo’n 25% of zelfs meer. Vandaag en morgen hebben we weer eens een couchsurfadres. Wel zo gezellig na vele avonden/nachten op onszelf.
Dinsdag 24 september Sokcho
Vandaag willen we naar de 50km verderop gelegen Demilitarized Zone (DMZ). Onze CS-host Taehong gaat graag met ons mee en is er zelfs nog nooit geweest. Wij willen liften wat met drie personen lastig is. Het OV lijkt echter een veel slechter idee, de bus doet er notabene 3-4 uur over! Dat moet liftend sneller kunnen. Dat klopt. Binnen 10 minuten vinden we de eerste lift de stad uit en na een paar minuten stopt de 2e lift. Het stel brengt ons het hele stuk naar DMZ. Of dat nou helemaal van harte gaat, weten we niet. Eigenlijk wilden zij gewoon een stukje toeren, maar besluiten ons naar de DMZ te brengen. Voor ons ideaal, want je komt daar niet zomaar. Je moet je registreren en de auto moet geregistreerd worden. Bovendien moeten alle passagiers met dezelfde auto terug als dat ze gekomen zijn. We vroegen Taehong navraag bij het stel te doen in hoeverre ze hierin mee willen gaan. Maar óf het stel óf hij doet vaag, we weten het niet en laten het maar gebeuren. Het voelt een beetje alsof we ze gijzelen, alhoewel ze natuurlijk op ieder moment hadden kunnen zeggen: tot hier en niet verder.
Het DMZ museum is het eindstation, gelegen in de gedemilitariseerde zone tussen de twee Korea’s die een bufferzone vormt tussen de landen. Er is namelijk wel een wapenstilstand gesloten tussen de twee landen, maar de vrede is nooit getekend. Formeel zijn de landen dus nog altijd met elkaar in oorlog. Het museum legt mooi thematisch een stuk geschiedenis uit die in onze geschiedenisboekjes niet of nauwelijks wordt behandeld. Het vertelt hoe de oorlog is begonnen (eigenlijk een nasleep van de WO II en een uitvloeisel van de koude oorlog die daarna snel losbarstte). Het vertelt ook over de grote hoeveelheid mijnen die hier (maar ook elders in de wereld) liggen. En zelfs het verhaal van de val van de Berlijnse muur (een gebeurtenis die veel hoop bracht in (Zuid)Korea). Maar ook het verhaal van spionage en sabotage door Noord-Korea. Dus toch! Die onderzeeër die we eerder zagen, was een gestrande Noord-Koreaanse onderzeeër (1996). Er zijn pogingen ondernomen om de Zuid-Koreaanse president te vermoorden (1983); In 1987 was er nog een aanslag op een Koreaans vliegtuig (115 passagiers gedood); mensen infiltreerden en er zijn tunnels gebouwd onder DMZ door (de vier zijn ontdekt tussen 1974-1990). In 2002, was nog een incident; een zeeslag nabij DMZ. De recentste aanvallen waren op een marineschip en op een eiland in 2010. Allemaal dingen waar wij totaal niet van op de hoogte waren, maar die diepe indruk maken. En… een eenzijdig verhaal vertellen. Want Zuid-Korea heeft zich natuurlijk altijd voorbeeldig gedragen tegenover zijn noorderbuur. We begrijpen nu wel beter waarom de kust tot op de dag van vandaag bewaakt wordt.
Toch ook nog een klein stukje hoop en een onverwacht positief effect van de DMZ: door de afwezigheid van mensen in het gebied, floreert de natuur en komen er diersoorten voor die het elders in Korea heel lastig hebben. Er zijn Koreanen die er van dromen om DMZ een nationaal park te maken als de Korea’s verenigd zullen zijn in de toekomst.
Na onze geduldige liftgevers uitvoerig te hebben bedankt, gaan wij ‘s avond lekker uit eten als Taehong wat restjes veganistisch eten voor zichzelf opwarmt. Wij gaan voor BBQ. We maken er kennelijk een puinhoop van, want knoflook eet je rauw en leg je niet op de BBQ. Ons vlees staat vreselijk te roken en levert verstoorde en meewarige blikken op en zelfs bemoeienissen van de buren. Ons levert het een schoon rooster op en nog wat extra uitleg aan die onwetende buitenlanders… Wat is het eten –met wat uitleg- hier toch lekker!