Woensdag 25 september
850 hoogtemeters over de eerste 30 km in het vooruitzicht is geen hele lekkere ontwaakgedachte. Maar we moeten eraan geloven. Om van Sokcho naar Seoul te gaan moeten we de bergen over. De enige uitweg (naast de bus) is een tunnel van 6km. Een tolweg-tunnel waar fietsers niet gewenst zijn en een tunnel die doorgaans geen ruimte biedt aan de fietser. Dus klimmen we eroverheen. We klimmen en klimmen en zien jaloers de rechte weg onder ons lopen. Better safe than sorry. Japan maakt prachtige wegen die heel geleidelijk oplopen, Korea legt gewoon, daar waar nodig, een weg neer. We hebben na een uurtje min of meer vlak, 6 km te gaan met daarin 650m stijgen en dus een stijgingspercentage van gemiddeld 10%. Dat betekent soms die fijne Japanse 5% en de andere momenten de Koreaanse 15 tot zelfs 25% hellingen. Auke fietst gewoon rechtdoor, stijl omhoog, ik zigzag over de breedte van de weg. Met zigzaggen maak ik er zo’n 7% van en daarmee een lange weg naar boven die ondertussen wel een stuk haalbaarder is. Dat er af en toe auto’s aankomen is erg onhandig. Echter dit is Korea. We krijgen heel soms (multi-interpretabel) getoeter te horen, meestal een dikke duim en onverstaanbare positieve reacties. Dank je! dank je! Dit verlicht het fietsen! Dat de afstand per zigzag verdubbelt, neem ik op de koop toe. En het leuke van de bergen op fietsen? De uitzichten en de allergrootste beloning; afdalen! Binnen 200m halen we op deze steile wegen al 65,4 km/u! Toch jammer van de vele bochten, want de 60 km/u raken we geregeld aan, echter de rem moet er steeds weer op om niet uit de bocht te vliegen. Het zijn de momenten dat we blij zijn op tijd de remblokjes te hebben vervangen en de helmen eens te gebruiken waar ze voor bedoeld zijn. Meestal beschermen ze de bagagedrager 😉

Boven op de berg komen net wat werklui naar beneden en stappen in een auto. Halverwege de afdaling missen we de afslag de autoweg op en zien de mannen een eettent inlopen. Ha! Dat zijn de goede eettentjes. Betaalbaar buffet! Helaas, geen buffet, wel voor de twintig mannen, wij krijgen een menu voorgeschoteld. Dit keer in leesbaar Engels. We kiezen 2 gerechten van ieder W10.000, wat natuurlijk weer wat teveel aan eten is met alle bijgerechten (net een buffet, yes), maar genieten er volop van. We eten alles op; niet alleen de 4 schaaltjes hoofdgerecht, ook de 13 bijgerechten… De dame des huizes lijkt het allemaal leuk te vinden en kletst uitgebreid tegen ons aan. Dat we er niets van begrijpen lijkt niet erg over te komen en lijkt haar al helemaal niet storen. Ze lijkt te klagen over eten wat overblijft en weggegooid wordt en kan het wel waarderen dat wij geen kruimel laten liggen. We geven haar de W20.000 en ze komt met W5.000 terug. We wijzen tot twee maal naar het bord met de prijzen, echter ze gebaart dat het een cadeautje is. Super lief!!! In plaats van voor €15,- met z’n tweeën uitgebreid te eten, is het nog geen €11,50 geworden. Waar we het aan te danken hebben? Geen idee. We maken er ons maar niet te druk om;)

We zetten met volle buiken de verdere afdaling in, tot de afslag naar een wandeling in Seoraksan National Park. Het langdurig tafelen kost ons een deel van de wandeling. Er zijn tijdslimieten voor het betreden van dit nationale park, zodat wandelaars voor het donker terug zijn. Het klinkt bijna Japans; overbezorgd over de volwassene die zonder hulp in zeven sloten tegelijk zal lopen… We mogen 6,5 km lopen tot een tempel en niet verder. Pas als we daarmee akkoord gaan mogen we door. Ondanks dat deze rivierwandeling over asfalt gaat, mag de fiets het park niet in. We laten alles achter, verwisselen de fietsbroek voor een korte broek en kletsen een eind af langs de prachtige, heldere, groene rivier. Het praat toch heel wat beter al wandelend dan hijgend en puffend de berg op fietsend!

We zijn bijna aangekomen bij de tempel als we het over de planning voor 2020 hebben. We denken verder te fietsen door Vietnam, Laos, Cambodja, Thailand en Myanmar. Past Myanmar nog wel of niet in de planning? Dan passeren we een Koreaanse dame die sinds 25 jaar in Japan woont. Ze spreekt ons aan, vraagt of we naar de tempel wandelen en wij lichten toe dat dat inderdaad het uiterste is wat we ‘mogen’ wandelen. Zij gaat in de tempel slapen. In de tempel slapen? Jazeker, voor W10.000 heeft ze daar een overnachting en 3 maaltijden. We klapperen met de oren. Ondertussen praten we over hoe lang we in Korea zijn, dat we Vipassana hier gaan doen en of ze het kent. Jazeker, zij gaat over een paar weken naar de Vipassana in Japan, de locatie waar we hadden ingeschreven en niet hebben gehaald! Hoe toevallig is dit!! Ze gaat al voor de zoveelste keer. Vipassana heeft haar leven veranderd, vertelt ze vrolijk. En Myanmar? Daar moeten we zeker heen, daar is ze gestart met de Vipassana meditatie en regelmatig naar terug geweest. Wij krijgen er steeds meer zin in, in de Vipassana hier en een bezoek aan Myanmar! Shi-i zoals ze ongeveer heet is een vrolijke, energieke, dame die haar energie rond strooit.
De templestay klinkt te leuk om te laten liggen. Shi-i regelt binnen de kortste keren dat we mogen blijven! Met als bonus een bus-ticket om de 6,5 km terug naar de fietsen te komen en wat bagage op te halen. Dus in plaats van de tempel te bekijken, tikken we deze aan, keren om, zitten op de bus te wachten, bussen, pakken de bagage, leggen de meeste bagage in een kantoortje (heeft ze geregeld), parkeren we de fietsen achter een hek (heeft ze geregeld), bussen we terug en zitten we 1,5u later in onze tempelkamer. Een lege kamer met vloerverwarming, een kast vol dekens en kussens om op en onder te slapen en onze eigen badkamer. Met een fantastische warme douche! Wat top zeg!
Shi-i haalt ons nog even op, om te laten zien hoe het boeddhistisch bidden gaat. We mogen hier alleen zijn als we hier komen om te bidden, dat gaan we dus doen. Daarna neemt ze ons mee naar het eten. Van 17:00 tot 17:30 uur is er een beperkt buffet waar je je bord vol kan scheppen. Ondanks dat we er om 17:00 uur waren, lukt het niet om om 17:30 uur uitgegeten te zijn. Daarvoor eten we niet te langzaam (we zijn na 4 maanden snel genoeg geworden met die stokjes), maar veel te veel. We hebben rijst, natuuuurlijk kimchi, dat ontbreekt nooit, soep, paddenstoelen, iets gespruits en iets van tempura waarvan we nooit zullen weten wat de inhoud was.
Om 18:00 uur is het chanting-time, dus wordt er gezongen en gebeden. We gaan op sleeptouw mee, al is niets echt verplicht. Eerst wordt er met een enorme boomstam op de joekels grote bel gegongd om de dieren op te roepen voor de chanting. Daarna wordt er in een houten vis getrommeld om de vissen te laten komen. Waarna we matjes pakken en op de grond plaatsnemen. Het Koreaans lezen van de tekst (van achter naar voren, van rechts naar links zoals het vroeger ging) lukt natuurlijk niet en zingen kunnen we überhaupt niet. We doen mee met de bidbewegingen en luisteren naar de serene, rustgevende zang. Ondertussen dwalen we af in gedachten en oefenen we een uur de lotushouding wat niet vanzelf gaat. Straks bij Vipassana mogen we dat 10u per dag doen… Morgenochtend maar in alle vroegte naar de 3:30 uur chantingsessie voor een nieuwe lotusoefening…

Of we het goed deden? De andere 7 oudere dames in de zaal stoorden zich niet aan ons, één ervan gaf me nog een dikke duim. We doen er goed aan hier te zijn. De dame die de wacht houdt, wenst ons mooie dromen toe en zo mogen we de dag met deze fantastische wending afsluiten. Ik riep nog zo tegen Auke dat ik een templestay wilde proberen! De bedragen die we lazen (W50.000/W80.000 pp) hielden ons tegen. En terugkomend op Myanmar, daar moeten we van Shi-i zeker heen, al is het voor templestays.
Donderdag 26 september
Er wordt op de deur gebonkt. Oh nee, het is al 3 uur! Gelukkig hoeven we pas om half 4 naar de dienst, dus we kunnen nog even rustig wakker worden. Er wordt nog een keer gebonkt. Ja ja, we zijn wakker, we komen er aan. Nog een keer kloppen op de deur. We pakken de telefoon er eens bij. Krijg nou niks: het is al 6 uur. Wat heet het is 10 over 6!! We hebben dus de hele dienst gemist en als we niet opschieten, lopen we tevens het ontbijt mis! We schieten in de kleren en rennen naar het restaurant. Uiteraard zijn we de laatsten, maar enigszins tot onze opluchting heeft ook Shi-i zich verslapen. Dat is haar nog nooit gebeurd. Met onze slaperige hoofden zitten we aan het ontbijt. Toch wel balen dat we vannacht niet in de tempel zijn geweest. Dat hadden we speciaal en interessant gevonden.
Na het ontbijt gaan we zo snel als mogelijk op pad, want we willen naar de 2e en de 3e tempel wandelen en op tijd terug zijn voor de (altijd gratis tempel)lunch. Voor de wandeling staat 4 uur en 20 minuten en de lunch is om 11:30 uur. Dat is best krap als we de tempels niet willen aantikken, maar bekijken. We gaan met Shi-i op pad. Onderweg hele stromen Koreanen, de meesten minimaal van middelbare leeftijd, in kleurrijke, hippe outfits. De vrouwen flink opgemaakt en wel. Dat moet ook wel in een op uiterlijk gericht, selfie-schietend land! En daar lopen wij dan in onze kleurloze, verschoten kleding en afgetrapte schoenen… Het is geen modewedstrijd, maar we vallen wel héél erg uit de toon. Wordt tijd dat we gaan shoppen!
Kennelijk wordt het wel schattig gevonden dat wij ze gedag zeggen met ons enige woordje Koreaans dat we kennen; er wordt vaak lief, meewarig en lachend op gereageerd. Als Shi-i zo nu en dan vertelt dat wij helemaal uit Nederland zijn komen fietsen, klinken er bewonderende oh’s. Zo nu en dan krijgen we zelfs eten toegestopt. Zuid-Korea begint wat dat betreft een beetje op Iran te lijken. Achteraf (weken later) leren we dat Koreanen tijdens wandelingen überhaupt eten met elkaar delen, dus met andere onbekende wandelaars. Geweldig toch?!
De wandeling is mooi, niet half zo zwaar als we gevreesd hadden. We lopen langs een emerald blauwe rivier en de grondeekhoorns zijn zo druk bezig met het aanleggen van hun wintervoorraad dat wij goed de kans krijgen ze te observeren.

Na een gratis kopje koffie bij de 2e tempel (je zou je bijna bekeren met die gastvrijheid!), zeggen we Shi-i vaarwel. Wij lopen even door om via de 3e tempel terug te keren naar de tempel waar we vannacht sliepen. Shi-i i was een heerlijke ontmoeting. Zo spontaan, zo relaxed, zo vrolijk en gezellig!
We stappen flink door en halen precies op tijd de lunch. Althans we zijn er precies half 12, de start van de lunch, nou ja, 3 over half 12. Iedereen is al lang en breed aan het lunchen, of zelfs al aan het afwassen. Klopt de tijd dan toch niet? Er wordt wat moeilijk gekeken, maar we kunnen gelukkig nog aanschuiven.

We pakken onze spullen, stappen op de fietsen en leggen nog een kilometer of 40 af. In elk geval nog één heuvel over, die gelukkig een stuk minder steil (en minder hoog) is dan die van gisteren. De wegen zijn rustig en overal zitten bidsprinkhanen op de weg. We gaan traag genoeg, starend op het asfalt om de mooie insecten te aanschouwen. Het beviel zo goed afgelopen nacht, dat we graag weer een templestay doen en we zien een tempel op de kaart liggen. Volgens Shi-i kan een templestay in elke tempel. Maar als we bij de vermeende tempel aankomen zien we, naast een camping, alleen een oud, wat vervallen huis. Dit is toch geen tempel?? De naastgelegen camping is gesloten en zo ook de voorzieningen (toilet en kranen). Na wat omzwervingen, tevergeefs op zoek naar een open publiek bad (een douche is na 4 uur wandelen en 3 uur fietsen best lekker), komen we uit op een autocamping. De prijs onderhandelen van 15 euro naar 7,50 euro, wat acceptabel is voor een heerlijke warme douche. Gelukkig zijn we niet meer in Japan, maar terug in Azië, waar de prijzen weer onderhandelbaar zijn!

27 en 28 september
We fietsen de hele route op korte afstand van de grens van de twee Korea’s, waar steeds weer bewijsmateriaal van aanwezig is. Dan weer een tankwagen, bunkers of dikke muren langs de weg, dan weer de peacedam waar alles in het teken staat van vrede tussen de twee landen. Je wordt je steeds weer opnieuw bewust dat die oorlog nooit echt is beëindigd. Het is de zwarte bladzijde in het oh zo mooie Korea waar her en der kunstwerken en muurschilderingen de omgeving opleuken. Ook in de meer afgelopen gebieden als hier, waar geen fietspad en fietsroute loopt. Het is er hartstikke groen en opeens staat er bijvoorbeeld weer een prachtig kleurrijk en mooi gevormd toiletgebouw, wat dus niet alleen voor een praktische stop zorgt.

De groene bergachtige omgeving zorgt dat we soms wel en soms niet kunnen (wild)kamperen. We willen graag van dit perfecte kampeerweer gebruik maken, maar als we niets vinden vallen we terug op één van de vele (love)motels die we tegenkomen. Net als in Japan is een lovemotel een heel normaal fenomeen. Het is niet alleen bedoeld je stiekeme geliefde te ontmoeten, maar ook om ruimte en privacy met je geliefde te delen, wat thuis met de andere huisgenoten niet kan. Wij vinden de hotels geweldig. Ze zijn betaalbaar, ruim, geluidsdicht en zelfs buitenlucht dicht. Voor het raam zit vaak een schuifdeur waarmee je het raam totaal verstopt en verduisterd. Aan dat laatste hebben we geen behoefte, maar het idee is grappig.
Soms vinden we wel een mooie plek om te kamperen, met een toiletgebouw er naast. Dit maal zijn we superasociaal op een camping gaan douchen. We gingen een kijkje nemen, wilden even checken hoe het met de douches zat en zo stonden we beiden opeens 10 minuten later gedoucht weer bij de fiets. Toestemming vragen had langer geduurd…. Dit onbetaald gebruik maken van betaalde faciliteiten is iets wat door fietsers vaker wordt gedaan en iets wat we volledig afkeuren. Waarom we het dan toch gedaan hebben? Geen idee, het ging zo makkelijk. Even onder de douche, omkleden en gaan. De douches zijn hier overigens gezamenlijk; één doucheruimte, geen privé, net als bij de jjimjilbang.
29 september – Nog even en we zijn in Seoul!
Het nadeel van kamperen… we worden wakker met een zeiknatte tent. Het is niet bepaald zonnig en droog, dus we pakken de tent maar nat op. Aangezien we vandaag Seoul gaan bereiken en dan sowieso dagen niet kamperen, moeten we een lange droogpauze houden. Een goed excuus het rustig aan te doen. En de Koreanen? Die kijken, zien aanleiding voor een praatje en zo leren we Korea steeds een beetje beter kennen. In tegenstelling tot Japan waar we zelden iemand op straat spraken, gaat hier geen dag voorbij zonder een praatje. Super leuk, we voelen ons welkom!

In 5 dagen bereiken we Seoul. We fietsen 320km met 3.650 hoogtemeters en elke dag wel even een topsnelheid van 60+km/u. De rechtstreekse route is 200km. Onze route bevatte enorme omwegen om tunnels te vermijden. Dat is goed gelukt al is het soms zoeken en improviseren. Eén keer kruipen we onder slagbomen door, als blijkt dat het alternatief (een tunnel) verboden is voor fietsers. Zelf even de route bepalen, letterlijk en figuurlijk. Het fietspad langs de kust was iets makkelijker te volgen en met veel fietspaden mooi, maar deze route valt ons alleszins mee.

Mooie ervaringen 🙂
LikeLike