Vrijdag 22 november: Op de fiets naar de Tiger Leaping Gorge
We vertrekken uit Shuhe en al snel moeten we over een eerste heuvel heen. Het is niet veel, maar we voelen dat de lucht op 2.400 meter hoogte ijler is. Het wegdek is goed, de route niet boeiend. We hopen wat vogels te kunnen spotten aan het Lashi meer. Als blijkt dat we €5,- moeten betalen voor een paar ganzen, slaan we over. Na het meer klimmen we verder naar 2.900 meter hoogte en in de afdaling wordt de omgeving mooier. Vanaf dat moment is het een leuke route met af en toe zicht op de Yangtze, de rivier die zich verderop door de Tiger Leaping Gorge perst. De laatste 25 km is saai en stoffig langs een drukke weg, we hebben wel wind mee.
Qiaotou waar we overnachten is niet beter. Het is stoffig en het hotel is ronduit vies. Dweilen doen ze met hetzelfde water als de dagen en weken ervoor blijkbaar… Nog even een simpele rugzak scoren, zodat we klaar zijn voor onze tweedaagse trekking van morgen.
Zaterdag 23 november: Wandelen in de Tiger Leaping Gorge
De start van de trek is weinig boeiend. Het begin van Tiger Leaping Gorge wordt ontsierd door de aanleg van een expressway en een spoorlijn. Het is één grote stoffige bouwput. Als we via 28 bochten het hoogste punt van de trek bereiken, is het nog steeds niet heel inspirerend. Naar het eind van de wandeldag wordt het wèl duidelijk waarom Tiger Leaping Gorge een bezienswaardigheid is. De wanden van de vallei zijn heel imponerend. Het hoogteverschil tussen de rivier en de bergtoppen is enorm, bijna 4.000 meter, en hier tussendoor wurmt zich de Yangtze rivier. Indrukwekkende stroomversnellingen, terwijl de rivier in dit jaargetijde relatief weinig water bevat. We wandelen door bossen, langs boerderijen en terrassen en af en toe een klein dorpje. Wandelaars komen we zelden tegen, het is laagseizoen. We overnachten in het plaatsje Halfway, (verrassenderwijs) halverwege de vallei. Ons guesthouse is gloednieuw, net anderhalve maand open en alles is spik en span. En… voor het eerst deze reis (!!!) spelen we een spelletje: de minuscule reisversie van regenwormen; super lichtgewicht en perfect voor deze 2 daagse wandeltocht. Dank Sander en Mariska!

Zondag 24 november; het wordt nog beter!
We starten vroeg, zodra het licht is. Het is koud, dus alle kleren die we mee hebben, moeten aan. We hebben een beetje haast. We willen na de wandeling kalksteenterrassen bezoeken. Dat wordt krap, want er gaat weinig verkeer door de vallei om mee te liften en de terrassen liggen 40 km verderop… Op de fiets is het zeker te ver, want er zijn nogal wat bergen te overbruggen. Dus vroeg op, weinig pauzes en doorlopen maar. Wordt je gelijk goed warm.
Het laatste stuk naar de lager gelegen weg is heel mooi. Het pad wordt ruiger en heel steil en gaat een zijvallei in. Door bamboebos, langs een riviertje met watervallen en stroomversnellingen.

Het is later dan we willen als we bij de weg aankomen. Na een stuk wandelen over de weg met zo nu en dan een liftpoging, komt de bus langs. De bus reageert tenminste wel op onze opgestoken duim, al moeten we wél betalen 😉 Hij brengt ons in 2 uur (voor maar 40km!) via een waanzinnig mooie route langs leuke dorpen, dragonfruit-plantages en vooral prachtige uitzichten naar de terrassen.

De kalksteenterrassen zijn een prachtig natuurlijk fenomeen en zien we als de Pamukkale van China. Echter de Chinezen helpen de natuur graag een handje. Ze hebben –hoe teleurstellend!- onderaan de natuurlijke kalkterrassen, betonnen bakken gemaakt en leiden daar het kalkrijke water langs. Over een paar jaar zullen hier dus mooie, gemaakte terrassen zijn. We lopen snel door. Mede omdat het zonlicht de laatste terrassen nog maar net verlicht, al is het 15.00 uur. Wat een bijzonder mooi fenomeen is dit. We hebben allebei Pamukkale in Turkije gezien, maar dit is waarschijnlijk nog mooier. Witte kalkterrassen en emerald blauwe waterpoelen tegen een achtergrond van groene bergen en rood zand. En ook dit is weer gewilde locatie om trouwfoto’s te maken. Dat snappen wij wel!


Teveel foto’s verder proberen we met het laatste daglicht een lift terug naar Qiaotou te krijgen, waar onze fietsen en bagage staan. Bussen gaan er niet meer. We hebben ongelooflijk veel geluk. Binnen 5 minuten hebben we een lift naar het 20 km verderop gelegen dorp. En vandaar vrijwel direct een lift naar Qiaotou 40 km verderop. Daar aangekomen, eten we een soort stoommaaltijd, voor ons op tafel klaargestoomd en betalen daar teveel geld voor. 13 euro voor meer kippenbotten dan kippenvlees met de allergoedkoopste groenten (ui, peen, knoflook en aardappels) is echt te duur hier. Ingaan op het feit dat we worden afgezet, doen ze niet. Tja een toeristische hotspot, dan is er kans afgezet te worden…. Een beetje jammere afsluiting van een (bijna) perfecte dag. Gelukkig zijn de meeste Chinezen eerlijk en is dit de uitzondering die de regel bevestigt.
Maandag 25 november; lukt het visum of niet?
Vandaag is ons verlengde visum wel of misschien niet klaar. We gaan maar gewoon fietsen naar het zuiden; we willen toch die kant op. Als het visum klaar ligt, moeten we terug naar Lijiang om onze paspoorten op te halen. Als we het bureau om 14:30 uur bellen, blijkt het antwoord een aangename verrassing, klaar!!!! We knallen nog even door naar een punt waar we bij de snelweg kunnen komen om heen en weer naar Lijiang te liften. Dit blijkt lastiger dan gedacht en dus gaan we in Jianchuan een hotel zoeken om de volgende ochtend heen en weer te gaan. Jianchuan ligt met één doorgaande weg vlakbij de snelweg, dat moet goedkomen! Het plaatsje blijkt verrassend leuk. Een paar oude straatjes en een mooi plein met, uiteraard, dansende mensen in de avonduren. Altijd hetzelfde vrolijke deuntje en dansende mensen die zich niet generen, wat de straten en pleinen sfeer geeft.

Dinsdag 26 november; bussen, liften, fietsen en tempels
Het plan is met een bus of lift heen en weer te gaan naar Lijiang, 70 km verderop. Waar het nieuwe(?) busstation met een snelle rechtstreekse bus is, is een groot vraagteken. We lopen naar de doorgaande weg die naar de oprit van de snelweg leidt. Na een paar liftpogingen komt de bus langs, die ons binnen een uur naar Lijiang brengt. Zo ongeveer voor de deur bij PSB waar we ons paspoort, met nieuw visum, binnen 2 minuten hebben. Dat was snel, allemaal!! De bus rijdt kennelijk een andere route terug en dus staan we tevergeefs op de bus te wachten. Dan maar liften. Het duurt een kwartier, maar dan hebben we een lift helemaal naar Jianchuan. Om 12 uur zitten we al weer op de fiets richting Shaxi. Wat een strakke timing allemaal!
De route naar Shaxi is prachtig. Veel mooier dan het stuk van gisteren. Lieflijke dorpjes tegen de heuvels op gebouwd en landbouwgrond in de valleien. De dorpjes zijn nog authentiek. Geen grootschalige nieuwbouw, zoals we elders in China hebben gezien. Huizen met veel hout, binnenplaatsen en daken met dakpannen, die karakteristiek naar buiten ‘opkrullen’, vaak de toppen versierd met dieren.
Een kilometer of 15 voor Shaxi bezoeken we het Baoshan tempel complex, o.a. beroemd vanwege zijn grottoes: in rotsen gehouwen reliëfs en beelden. De omgeving is heel mooi, met prachtige uitzichten en hier en daar makaken. We hebben helaas te weinig tijd om rustig rond te kijken en zijn een beetje verzadigd van tempels. We vinden het het geld niet echt waard (26 euro voor entree en ‘verplichte’ shuttlebus). En balen dat het sinds kort verboden is zelf rond te fietsen en via de andere zijde Shaxi in te fietsen. Dat was immers ons plan…

Rond 18.00 uur zijn we terug bij onze fietsen en zoeven in het laatste daglicht de 14 km naar beneden naar Shaxi. Weer langs hele leuke dorpjes. De eerste indrukken van Shaxi zijn heel positief. Een heel sfeervol, schattig dorpje waar we twee nachten zullen blijven. Het dorp is heel klein, dus dat wordt een relaxed dagje morgen 😉
Woensdag 27 en donderdag 28 november: Rustdagen in Shaxi op 2.000m
Eén rustdag smaakt naar meer, twee is beter. Shaxi is erg mooi, maar alles is opgebroken. Het is een stofbende met hink stap sprong over gaten, uitgegraven sloten, stapels stenen, etc. Maar het maakt niet uit, ons hotel is schattig, heeft een pittoresk tuintje en we hebben zitjes in de zon. Bloggen, foto’s, kaartjes schrijven, plannen, bellen, nog een keer een rondje dorp voor een boodschap en weer met een biertje in de zon. Wat is het leven zwaar. Om het leven nog beter te maken krijgen we goed nieuws; Erika en Tjeerd komen toch naar Vietnam!
Het dorp is een garnizoensstad op de theeroute. Een bruggetje is één van de belangrijkste toeristische trekpleisters. In de avond is hij prachtig verlicht. Het dorp zelf is schattig en leuk, als je door de bende heen kan kijken. Een aanrader voor als de riolering op orde is;)

Vrijdag 29 november: Iejoor, een eigenwijze ezel op het platteland
We fietsen om 8.15 uur het dorpje uit met alle lagen kleding aan, inclusief handschoenen. En we hebben het koud!!! Het is een graad of 5 hier op 2.000m hoogte en het ontbijt buiten was nét te doen, met het fietsen lijkt het nog wat kouder. Komen die nieuw aangeschafte handschoenen en donsjassen toch maar weer mooi van pas!
Auke moet plassen en zet Iejoor tegen een boom. Als hij zich omdraait horen we een geluid en is Iejoor opeens verdwenen. WTF****?!! Iejoor heeft zijn kont in de grip gegooid en is in de achteruit gegaan. De greppel in; 5 meter lager…!! We zien Iejoor alleen door de rode en felgroene tassen die opvallen in het donkergroen. Ojeee…… Eén voor één gooit Auke de ballast van Iejoor omhoog de weg op en verzamel ik de spullen. Maar dan Iejoor zelf nog… Er lijkt een paadje langs het water met als enige dilemma de waakhond. De waakhond lijkt van afstand lief en blaft niet. Blaffende honden bijten niet, wat doen stille honden dan…? Als we naderbij komen kwispelt hij nog altijd niet, de staart gaat steeds verder tussen de benen. Bange honden bijten wel? Met Iejoor als bescherming lopen we langs hem heen terwijl hij rustig wat snuffelt maar owee als we zelf naderbij komen. Maar het lukt, we kunnen het rondje om hem heen maken en Iejoor hoog en droog op straat krijgen. Pfff. De hond krijgt een worstje als beloning. Deze neemt hij met een grote snelle hap aan, dat het nog bijna mis gaat… En dan Iejoor. Hoe gaat het daarmee? De bagage lijkt op het eerste oogopslag -op een scheur na- goed, zelfs de telefoon zit nog op het stuur. En ach die was al zo kapot dat daar niets mee kon gebeuren. Het voorspatbord is echter flink gescheurd. Daar komt McGuyver om de hoek met de altijd aanwezige ductape; binnen 5 minuten zit het spatbord weer als gegoten. Als we na deze 20 minuten durende ‘plaspauze’ willen gaan fietsen blijkt dat Iejoor meer schade heeft. De krans is verbogen en de riem (de vervanging van de normale ketting) rolt er niet goed meer over en maakt veel lawaai. We en vooral ik ben inmiddels zo verkleumd dat we even verder fietsen voor een zonnig plekje. Daar probeert Auke met al zijn kracht de krans recht te buigen. En ach als hij een as/quick release van metaal kan kapot draaien, dan moet dit ook lukken. Niet dus. Daarvoor is er een glad, effen stukje nodig; muur, grond, het maakt niet uit, maar een asfaltweg is niet geschikt. Als de krans terug is geplaatst lijkt het goed genoeg te gaan en fietsen we verder. Dat lukt gelukkig zonder problemen.

Onderweg zien we een totaal ander China dan op onze eerdere fietsrit van Tibet naar Shanghai. Tibet was merendeel platteland, daarna volgde van Xi’an tot Shanghai de zgn. dorpen die immense steden bleken. Alles was stads, groter, groots, nieuw. Soms kwamen we door échte dorpen, al was dat een grote uitzondering. En natuurlijk door de ‘graanrepubliek’. Echter niet te vergelijken met nu.
We wanen ons 100 jaar terug in de tijd. 90 km lang gaan we op en neer door de bergen, door kleine dorpen en langs vele terrassen. De huizen zijn prachtig authentiek, net als in Lijiang, Shuhe, Baisha en Shaxi. Op straat zien we veel mensen lopen, vaak met een mand op de rug. Vrouwen lopen met een (zware) mand zojuist geoogst eten, dennennaalden of bladeren. Mannen lopen vaak met een kind voor of achterop in een doek vast gebonden. We zien paarden volgeladen met takken en dennennaalden, we zien buffels, paard en wagen op het land en kuddes dieren met hun herder op straat. Van geiten, tot koeien tot buffels. Dit zagen we vanaf de Balkan tot Nepal (minder in Iran), maar niet eerder in China. Het is een prachtig gezicht. Het valt daarbij op dat we de ene keer wel, de andere keer niet worden gegroet en dan zijn het vaak kinderen die heel hard ‘hello’ roepen. De meeste mensen kijken even op en gaan door met waar ze mee bezig zijn. Onze groet Nihao of Nimen hao (meervoud) wordt lang niet altijd beantwoord. Alsof we niet bestaan 😉

We zien een kind met een touw aan een boom gebonden, terwijl mama naalden bij elkaar harkt… We zien kinderen op het platteland en in de dorpen overal plassen en poepen, meestal gemotiveerd door de ouders. En dat terwijl een wc in onze ervaring nooit ver weg is… We zien kinderen in restaurants hun tijd verdoen of in een supermarkt huiswerk maken.. Het leven draait zich af waar pa en ma aan het werk zijn of een oogje in het zeil dienen te houden. Er zijn zooooveeeeel supermarktjes! en zo lang open, ondertussen moet die wel bediend worden voor die ene consument.
Wij hebben het na 90 km en 1.000 hoogtemeters wel gezien en belanden in een dorp dat ook op de schop ligt. We vinden het hotel wat we voor ogen hebben en gaan eens kijken. Keurig! Groot, netjes, schoon, helemaal leeg… Voor Y50 (€6,50) hebben we een kamer. Waaat???? We hadden ons voorbereid op onderhandelen, maar dat is niet nodig. De kamer is geweldig, de douche top, de wifi sterk en ach die squatwc, die hoort er nou eenmaal bij.
Eten zoeken is wat ingewikkelder. Daar waar het volgens Auke lekker ruikt stappen we naar binnen. Het lijkt een restaurant, echter ze kijken ons vreemd aan. Bij navraag blijkt dat we er toch echt niet kunnen eten, het is waarschijnlijk gewoon een huis. De volgende toko waar wat mensen eten stappen we naar binnen. Onze google translate laat ons zitten en dus wijzen me maar naar wat borden van buren. Oops. We dachten voor een schaal vlees en een schaal groente te hebben gekozen en krijgen twee grote schalen vlees met een kom rijst. De tafel naast ons krijgt heerlijke groentegerechten. Mjammie… Komende dagen maar zeggen dat we vegetariër zijn..!
Het is erg grappig alles al wachtende gaande te slaan. De kok die met haar schaaltje eten al etend rondloopt en gasten te woord staat. De buurman die naar de rand van de toko loopt om op straat te snuiten (en dan bedoelen we niet in een servetje die altijd beschikbaar is). De groep mensen die gelijk aanvallen als het eten komt en voor je het weet is verdwenen met meer dan de helft van het eten achter gelaten. Nieuwe gasten die in de ‘koelkast’ hun eten aanwijzen. Aha… dus zo werkt het….
Als we thuis bij ons hotel in ‘onze supermarkt’ nog wat willen halen, staat de zoon van de eigenaar in de winkel de wacht te houden. ‘Paaaaaappp’ reageert hij maar snel als we binnen komen. Kinderarbeid? Hoe kan je een megahotel en supermarkt anders runnen? Nou ja klanten zijn er zelden, je moet ze echter wel bedienen als je ze ziet, zoals de eigenaar ons ook zag rondkijken. We herkennen een hotel namelijk niet; niet aan de tekens, niet aan het voorkomen… En wat waren we blij dat hij door had dat we zijn hotel zochten 😉

Zaterdag 30 november t/m maandag 2 december: Dali op 1.975m hoogte
Dali, de oude stad Dali wel te verstaan, is een aantrekkelijk plaatsje. Er is wel heel veel nadruk op winkelen en eten, desondanks behoudt het zijn charme. We hadden 2 nachten geboekt, maar besluiten er snel 3 van te maken. We hebben een mooi hotel voor een mooie prijs. Het is ’s avonds koud op de kamer en de enige verwarming bestaat, zoals wel vaker, uit een elektrische deken. Dat is dus vroeg het bed in. We bekijken het stadje uitgebreid, eten twee keer bij de veganist, bezoeken een park en de drie indrukwekkende pagoda’s met bijgelegen tempelcomplex; het paradepaardje van Dali. Maandag worden we actiever en wandelen we een kilometer of 21 over de Changshang berg. Een alleraardigste wandeling over een bizar netjes aangelegd pad. Heel geschikt voor massatoerisme. De rode panda, de luipaard en andere interessante dieren laten zich dan ook niet zien.


Haha, Iejoor op avontuur en regenwormen! En mooie plaatjes weer 🙂
LikeLike