10 februari 2020, worden we opgelicht?
De 6 km niemandsland tussen Vietnam en Laos is zo afgelegd, het gaat bergafwaarts over een prima weg. Bij de Laotiaanse grensovergang is wederom een oorverdovende stilte. We stallen de fiets en als eerste wordt de temperatuur gemeten. Ja, ook hier is het corona-gevaar doorgedrongen. We voelen en tonen ons gezond en kunnen door naar het volgende loket. Ook dit gaat soepel, we hebben in Hanoi reeds een visum geregeld. Sinds 01-01-2020 zijn de regels namelijk plots aangepast. De gemakkelijke visa-on-arrival is vervangen door een verplicht, vooraf geregeld, visum bij de ambassade. Iets wat we –dankzij de geweldige alwetende fietsappgroep- bijtijds wisten. In Hanoi hebben we 3 weken geleden een spoedaanvraag geregeld waardoor we binnen één dag het visum in het paspoort geplakt kregen. Gelukkig behoren we niet bij de talloze onwetende toeristen die dagelijks bij de Laotiaanse grens worden teruggestuurd…
Maar dan wordt er om 10.000 Kip (€1,-) gevraagd voor de entree-stempel. We hebben (via internet en de appgroep) begrepen dat douanebeambten op deze manier proberen bij te verdienen. Wij werken principieel niet mee aan oplichting, want betalen is het gedrag belonen en stimuleren. Al kunnen we die Euro natuurlijk wel lijden.
We hebben geen Kip. Dat is officieel niet eens mogelijk, want geen bank wil Kip wisselen en buiten Laos is Kip dus geen stuiver waard. We dachten zelfs te hebben gelezen dat je wel kippen maar geen Kip mag uitvoeren. Dus hoe kunnen ze dat eisen?? Oh en we hebben –natuurlijk- alle Dongs, tot de laatste cent uitgegeven. Iets wat een sport is geworden voor elke grensovergang; geen lokaal geld overhouden. We hebben dollars en zouden in dollar kunnen betalen, maar er is nog altijd sprake van een principe kwestie. We gaan de discussie aan en melden dat we a. niet hoeven te betalen en b. het geld niet hebben. “Is er een pinautomaat? Niet..?, oh wat vervelend nou…”. De sfeer wordt minder, de douanebeambte loopt boos weg. We gaan zitten en wachten af wat er gaat gebeuren. De baas(?) van de douanebeambte neemt ons mee naar een groot, blauw, officieel uitziend bord waar de tarieven genoemd worden. Ook de 10.000 Kip servicekosten. Is het dan toch een officieel tarief? Er hangen ook nog tarieven van een visa-on-arrival, die al 5 weken niet meer bestaat. Dus is dit tarief daarop van toepassing of ook op ons visum? Het blijft allemaal wat vaag en na 3 kwartier wachten komt de baas naar ons toe met de paspoorten. We kunnen gaan. We hoeven niets te betalen. Was er nou sprake van oplichting of zijn die eigenwijze fietsers gematst?
We zijn binnen!!! Land #30 alweer! Wiiiiiiiiii

Alle fietsers gaan hier (een veelgebruikte fietsers-overgang) de discussie aan, wat het werk van de mensen niet bepaald prettig maakt. We sturen een foto van het bord door met de mededeling dat het mogelijk geen oplichting is. Hopelijk helpt dat anderen, de douanebeambten en kopen wij hiermee ons schuldgevoel af. We zijn ernstig gaan twijfelen over onze (on?)terechte discussie… sorry!

We vervolgen de afdaling over nog steeds prachtig asfalt en als we een pauze houden, horen we een fietsbel achter ons. Het is de Engelse fietser George die in 7 maanden vanuit Engeland naar hier is komen fietsen. Dat is nog eens knallen, 3x sneller dan wij! Het is een leuke, enthousiaste gast die ergens vlak voor de grens zijn tentje gaat opzetten en de volgende dag Vietnam in gaat. We staan nog met hem te kletsen als er nòg twee Engelse fietsers aan komen: Matt en Clara. Jemig, wat een drukte hier! Zo kom je weken, maanden geen fietser tegen… Matt en Clara zijn in Australië begonnen en fietsen in een jaar terug naar Engeland, is het plan. Het idee was om China in te fietsen, maar met de uitbraak van COVID-19 is dat onbegonnen werk. Ze zijn nu op weg via Laos en Thailand naar Myanmar. We gaan dezelfde kant op en fietsen naar het eerste dorp na de grens om samen gezellig te eten. Wij checken bij een guesthouse in, terwijl zij een slaapplek bij het restaurant op de vloer hebben geritseld. Ze hebben het principe voor geen enkele overnachting te betalen en dat lukt tot heden elke dag! Super leuk en gezellig om bij te kletsen, maar we hebben allang gezien dat hun tempo niet bij ons past, dus waarschijnlijk zeggen we vanavond vaarwel. (Lees: mega sterke fietsers die hard de berg op vliegen om er zo snel mogelijk vanaf te zijn. Dat idee klinkt fantastisch, de uitvoering schiet bij ons tekort 😉

11 februari 2020 redden we het of redden we het niet?
We hebben een mini dagje voor de boeg van slechts 38 km met één berg en ruim 800 hoogtemeters. De wekker gaat om 6:15 en om 7.30 uur zitten we op de fiets. We hopen in Muang Khua een boot te kunnen nemen om veel kilometers af te snijden en ons veel hoogtemeters te besparen. Bovendien moet dit een prachtige boottocht zijn. O ja, dat was de belangrijkste reden;) Het is moeilijk (up-to-date) informatie te vinden, maar het lijkt er op dat er een boot om 9 uur gaat en mogelijk nog één om 12 uur. Als dat laatste waar is, kunnen we vandaag nog varen. Het is weer heerlijk fietsen, zeker de afdaling over het wederom -tot onze verbazing- prachtige asfalt. We zijn even over 11 uur in Muang Khua. Helaas, pindakaas. Er gaat 1 boot per dag en die is een uur geleden vertrokken. Je dient je wel rond 9 uur te melden, echter de boot gaat ‘pas’ om 10 uur. Hmmm, als we dát geweten hadden, hadden we wat harder kunnen doorfietsen, wat eerder weg kunnen gaan, etc. Maar goed nu hebben we een lekker relaxed dagje, even acclimatiseren in een nieuw land.

We zitten aan de rivier Laotiaanse lekkernijen te testen en wat verderop zien we een fietser. Alweer één?! Onvoorstelbaar, waar komen al die fietsers vandaan? We schatten dat het een Nederlander is. Hij ziet ons (zonder fietsen) en komt toevallig aanwaaien. Het is Ton, inderdaad een medelander. We kletsen honderduit. Ton is 60 en fietst 9 weken door deze contreien en is een echte liefhebber van reizen, wandelen en fietsen. Werken doet hij niet meer, reizen des temeer. We kletsen alsof we elkaar al jaren kennen en voeren verder niets uit. We nemen Ton mee naar ons fijne guesthouse, waar hij ook incheckt.
Op de markt kopen we wortels en een stuk gember voor gemberthee. We checken bij de guesthouse of de gember wel gember is, de schil is zo hard, het lijkt en smaakt enigszins op gember, maar ook weer niet. Hierop moet de schat van een eigenaresse lachen. Communiceren zonder gezamenlijke taal en vertalen met een app levert niets op. Waarop ze nog altijd lachend naar de markt gaat en terugkomt met échte gember. En 3 bolletjes knoflook. Ze leert ons dat die beide samen in de thermos heet water horen. En zo drinken we na een beker getrokken rare wortel, knoflook gember thee. Een gekke maar smakelijke en vast hele gezonde afwisseling op een gewoon kopje gemberthee 😉 Wat zijn die Laotianen lief, wat is de dame hier zacht en schattig, ze blijft maar met haar handtasje in haar huis rondlopen en aandoenlijk lachen.
12 februari Spijbelend van Muang Khua naar Nong Khiaw
We nemen afscheid van de oh zo lieve mensen. Net na 9 uur zijn we, Ton en wij, bij de boot, de boot die ons zuidelijker brengt en klimmeters bespaard. We kunnen over een half uur kaartjes kopen en brengen alvast de drie fietsen aan boord. Beter zelf doen, met tijd en beleid, dan anderen er mee aan de slag laten. We blijken met 9, net 1 persoon te weinig voor een gereduceerde ritprijs. De boot vertrekt bij een minimum van 5 personen, de kosten zijn het laagst vanaf 10 personen (130.000 Kip), we mogen nu voor 170.000 Kip oftewel €17,- pp mee. En voor €5,- extra de fiets. Naast de boot ligt een grote vis aan een touwtje. Het blijkt een geluksvis te zijn, die ervoor moet zorgen dat de schipper een behouden vaart heeft. Stipt om 10 uur vertrekken we. 2 Amerikanen, 2 Fransen, 2 lokalen, Ton, Auke en ik. Het duurt niet lang of de boot komt tot stilstand. Dit keer niet om het gewicht te herverdelen, die we met de fietsen+bagage in de war hebben geschopt. We hebben stenen geraakt en de schroef is verbogen. De stuurman trekt zijn broek uit en stapt in zijn onderbroek in het water. Ha, dat betekent pauze, plaspauze voor ons. De boottocht gaat ongeveer 5u duren en er is geen toilet aan boord. Dit is het moment.

We varen nog een paar uur door tot een dam. GRRRR Die Chinezen! Behalve dichte grenzen vanwege het coronavirus heeft de Ou rivier geregeld blokkades door Chinese dammen. We moeten de boot uit en in een tuk tuk een klein stukje verder naar de andere kant van de dam. Wij fietsen dat kleine stukje liever dan de fietsen op het dak te laten stuiteren.
En dan blijkt het kleine stukje iets verder… Al vrij snel verliezen we de auto met andere passagiers en onze bagage uit het oog. En de juiste weg raken kwijt. En nog een keer. Het is een uur of één, de zon brandt onverbiddelijk hard aan de hemel, we zweten als otters, ik ben paars aangelopen. De onverharde weg, de stenen, het aantal keren dat we omhoog moeten klauteren over de slechte weg is te veel. Nog verder…? Na 8,5 km vinden we de boot met de andere falangs (=blanken). Pffff…even met de benen in het water om af te koelen, de fietsen op de boot hijsen en weer verder. Na een mooie route en een uur of 6 verder, komen we op de plaats van bestemming, Nong Khiaw. De goedkope hostels zijn door anderen ontdekt en er is nog 1 kamer met 3 bedden beschikbaar. Ton en wij besluiten samen de kamer te nemen. Tijd om uit te rusten van de lange rit 😉

Als we even later de zonsondergang aanschouwen, komen we de Duitse Jörg tegen. Ook een 60+ fietser die ons al fietsend heeft gespot. Een kletsmajoor die gelijk voorstelt samen een hapje te eten en zo zitten we even later met z’n 4-en op het terras van ons guesthouse. De kamer stelde weinig voor, maar het eten….!!! Zoooo wat zaten wij allemaal te smullen!! Wat een ontspannen relaxdagje zo, en wat een fietsers en gezelligheid!
13 februari
Het is warm in Laos. Nee het is heet in Laos. Van kou naar heet, er zaten weinig dagen tussen. Om 6.00 uur zitten we om die reden aan een fantastisch ontbijt. Gisteravond besteld en prompt stond het om klokslag 6 uur voor ons klaar. Smullen! Om 6.30 uur fietsen en het is warempel fris. Nong Khiaw is een schattig dorpje dat gehuld is in de wolken. Om ons heen karstbergen, rijstterrassen en schattige huisjes. We fietsen tussen monniken, prachtige tempels en ‘sabadiiiii’’ roepende kinderen. Sommige kinderen gooien zelfs kushandjes. Zoooo leuk en lief!

Het blijft aangenaam tot een uur of 11.00. Daarna valt de warmte als een deken over ons heen en blaast een föhn ons terug, terwijl wij juist harder vooruit willen voor de hitte te erg wordt. Langs de wegen zijn ontelbare tankstations. Handig voor de automobilist én de fietser. Hier zijn toiletten en kan ik mijn oververhitte hoofd onder de stromende kraan afkoelen en mijn shirt natspoelen om opgelucht verder te fietsen. Dat duurt 15 minuten. Dan is de bandana en T-shirt droog en het hoofd weer oververhit. Onderweg komen we een fietsende Fransoos en later 2 Belgen tegen. Ook Ton haalt ons in, wat een fietsers hier! We blijven ons verbazen! Laos, bekend om zijn slechte wegen kan toch geen fietsland zijn? Wel dus.
Na 71 km zijn we halverwege Luang Prabang, is het te heet om verder te fietsen en dus checken we in een guesthouse in. Een guesthouse met verder niets. Het iets hoger gelegen restaurant / karaokebar / terras is onze enige mogelijkheid om eten en drinken te vinden. Zowel Ton als wij zijn ingecheckt en vervolgen onze gesprekken onder het genot van een biertje en maaltijd. Bloggen? Tja dat zou ook een heel goed idee zijn. Misschien iets voor morgen.
Niemand spreekt hier een woord Engels en Google translate heeft grote moeite te vertalen. Met de guesthouse eigenaresse kwamen we al niet ver. Behalve dat de paarden de prinsen bewaakten. Of zo iets. Eten bestellen doen we dus maar met plaatjes. Wat een slecht idee. Het ene bord is een bord pezen, van de andere vliegen we acuut in de brand en de laatste bevat kippenpootjes. En dan bedoelen we niet sappige, vette, smaakvolle kippenpoten, maar kippenvoeten met tenen waarvan we niet van begrijpen wat je daar af kan knagen….! Nog maar 2 porties patat bestellen, dat leek tenminste ergens op.
Even later komt de tent los. We hebben hier uren alleen gezeten tot de karaokebar zich omtovert tot echte karaokebar met slechte zingende oh zo lieve Laotianen. Zelf slaan we even over. Hopelijk maken ze het niet te laat, het gezang is ook in de slaapkamer te horen eh NIET aan te horen …!
14 februari op naar Luang Prabang
We vervolgen onze route met nog 74 km te gaan naar Luang Prabang. We fietsen door lieflijke dorpjes, worden massaal begroet met sabadiiiiii! En kijken vrolijk naar eten wat hier gemaakt wordt. We zien vaak hetzelfde terug: ronde witte plakjes, soort koeken, die in de zon liggen te drogen in de tuin, op het dak en over de heg. En het gehele productieproces van grote groene plakken met daarop pepertjes en ui. Deze zien we later als hartige snack in de winkels liggen.

Een stuk route snijden we af om bij de beroemde Pak Ou grotten te komen. Deze weg is onverhard en gaat op en neer, het is een leuk stuk en gelukkig is onverhard hier nog altijd hard genoeg om zo’n 12-16 km/u te halen. Op naar de grotten die vanuit Luang Prabang massaal per boot wordt bezocht. Wij komen er per fiets, moeten tot onze irritatie parkeergeld voor onze fietsen betalen en gaan met een bootje naar de overkant. Hier is het druk met al het bootverkeer. De grotten staan vol Boeddha beeldjes. Het is een heilige plek in Laos en zou heel indrukwekkend zijn, maar wij zien het niet. We hebben blijkbaar heel veel mooier gezien. We vinden het zonde van het geld (parkeren, boot en entree) en vinden vooral dat we de aangenamere, vroege uurtjes beter kunnen gebruiken om te fietsen.
Zodra we op pad zijn zien we olifanten. Helaas niet die wilde die we nog altijd willen tegenkomen, maar tamme olifanten die toeristen vervoeren. Verderop mogen een paar olifanten zwemmen. Dit ziet er interessant(er dan de grotten) uit en dus kijken we toe. Op dat moment komt er een fietser aangereden. Het is Ton! Ton is van het soort “rustig aan, ik slaap uit, ik heb vakantie” om vervolgens keihard te knallen zonder pauzes, oververhitting, geklaag etc. en daarmee eerder op bestemming aan te komen dan wij. Terwijl hij dus gerust 2-3u na ons vertrekt! Hij heeft de grotten gemist, terwijl wij hem kunnen geruststellen dat hij de juiste afslag heeft gekozen.

We fietsen een stuk samen op, lunchen, splitsen op en ontmoeten elkaar later wel weer in Luang Prabang. Yes Luang Prabang, daar waar we de tijd gaan nemen en 4 dagen hebben geboekt. We gaan voor een luxe-vakantie en hebben voor €15,75 p.n. een hotel met zwembad en ontbijt geboekt. Duur voor Laos, maar goedkoop voor Luang Prabang. Het gekke is in Laos en vooral hier, dat de hotelprijzen extreem uiteen en vooral op lopen. Nou vinden we €50,- per nacht gestoord. €100,- is al helemaal niet voor te stellen, maar écht, ze hebben hotels van €800,- per nacht!!!!!

15 februari t/m 17 februari Luang Prabang
Dussss drie hele dagen vakantie in Luang Prabang. De bedoeling is dat we niet al teveel doen. En dat gaat ons goed af ;). We genieten van het prachtige Unesco stadje dat tjokvol staat met kloosters en tempels. Het is één van de grootste bezienswaardigheden van Laos, dus het zit boordevol Falangs. Het grote voordeel daarvan is dat het heel veel goede voorzieningen huisvest, zoals hotels, restaurants en cafés. Het grote nadeel, dat er veel toeristen zijn, merk je vreemd genoeg niet eens heel erg. De stad ademt een heel relaxte sfeer uit, sereen zelfs, ondanks de drukte. Op de één of andere manier lijkt de drukte geabsorbeerd te worden door de serene rust van de kloosters. Wellicht komt het ook door de mix van toeristen die er is: jong en oud, afkomstig uit diverse landen, lang dan wel kort(er) reizend, je komt van alles tegen. Of het komt door ons eigen vakantiegevoel 😉 De mix aan toeristen en locals maakt dat we goedkoop kunnen straateten tot exclusief in dure toeristenrestaurants.
Luang Prabang is een stad gelegen aan de Mekong waar een zijrivier (de Nam Kang) in de Mekong uitstroomt. De stad heeft een lange geschiedenis en is lange tijd de hoofdstad geweest van Laos of één van de koninkrijkjes die later Laos vormden. Een belangrijke stad voor de Laotianen, niet in de laatste plaats vanwege de spirituele betekenis. De stad is meerdere malen door binnenvallende legers (deels) vernietigd geweest. Door legers uit Myanmar (Birma), Siam (Thailand), Vietnam en China. Die laatsten hebben in 1887 de hele stad geplunderd en met de grond gelijk gemaakt. Als gevolg daarvan zijn er geen gebouwen te vinden van voor dat jaartal. Veel van de oude binnenstad is gebouwd/herbouwd in de jaren 20, 30 en 40 van de vorige eeuw.


Wat hier nog meer op valt dan in de rest van Laos, zijn de altaars bij iedere tempel en bij ieder huis. Op het altaar wordt eten en drinken gedoneerd. Eten voor de hemel, al lusten mieren, kakkerlakken en vogels er ook een hapje van.
Wij houden dus vakantie. We vertoeven aan het zwembad, we bekijken diverse tempels en kloosters, het paleis en de seizoensgebonden bamboebruggen. Deze bamboebruggen over de Nam Kang worden in het regenseizoen afgebroken vóórdat ze verzwolgen worden door het wassende water. Van al het moois krijgen we net als van fietsen trek en dus testen we hier het Laotiaanse eten en diverse goed aangeschreven, duurdere, restaurants. Het is immers vakantie 😉 Soms eten we met z’n tweeën, maar ook regelmatig met Nederlander Ton en Duitser Jörg erbij. Super gezellig!

Eén van de grootste bezienswaardigheden in Luang Prabang is het aalmoezen geven aan monniken (de zgn. Tak Bat). Monniken zijn er net als kloosters in overvloed in Luang Prabang. We staan vroeg op, want ’s morgens bij zonsopgang, rond 5.30 uur, verlaten de monniken hun kloosters en wandelen ze blootsvoets in hun oranje gewaden door de straten van Luang Prabang. Om hun schouders hangen bedelkommen waarin ze voedsel verzamelen. Boeddhisten langs de straat geven handjes plakrijst aan de monniken, als respectvolle geste en spirituele traditie. De monniken nemen het voedsel aan om hun Boeddhistische belofte te demonstreren; het leven in armoede en vernedering. Je mag als toerist ook doneren, met als voorwaarde dat het betekenisvol is voor jezelf. Deze ceremonie vindt elke ochtend overal in Laos plaats, maar Luang Prabang is dé plek om dit bij te wonen vanwege de vele tempels en de pittoreske straten. We wandelen door de straten en we zien in een achteraf straatje monniken op hun beurt weer kleefrijst doneren aan arme(re) mensen.

Na de ceremonie bezoeken we de ochtendmarkt. In alle vroegte is hier al een bedrijvigheid van jewelste en er is heerlijk eten te vinden. Ook bijzondere dingen, zoals honingraat, geroosterd in bananenbladeren. (Levende) dieren zien we ook uitgestald. Uit ons ooghoeken zien we kleine kooitjes op en neer bewegen. Het zijn kooitjes van bamboe, waar allerlei vogeltjes in zitten, die springen en proberen te fladderen. Het is een koddig gezicht, maar wel sneu voor de vogeltjes.
Naar de Kuang Si waterval
We zijn in de vakantiemodus en dus zijn we lui. Zo lui, dat we een motor huren om naar de 30 km verderop gelegen Kuang Si waterval te gaan. Eén motor, want laat Hilgien maar rijden en mij lekker achterop zitten! Die waterval blijkt echt de moeite waard. Hij is niet spectaculair vanwege de hoogte, de breedte of het volume, hij is vooral mooi. Het kalkrijke water stroomt met een gemoedelijk tempo langs de rotsen, daarbij kalksteen formaties vormend. Het water maakt een gedempt, bescheiden, bijna ritselend geluid. De waterval had ook nergens anders kunnen passen dan hier, want hij is hoe de Laotianen zijn: zacht, vriendelijk, gemoedelijk en bescheiden. Het water vormt diverse prachtig poelen waar je kan pootje baden of kan zwemmen. Het water steekt hierbij indrukwekkend turquoiseblauw af door de meegevoerde kalksteendeeltjes rijk aan calciumcarbonaat.

Er zijn weer veel toeristen, maar ook hier merk je het nauwelijks. Vlakbij deze watervallen is een vlindertuin. Een initiatief van een Nederlands stel dat hier tijdens een lange reis, waarvoor ze huis en haard hadden verkocht, neergestreken is. Het doel van de vlindertuin is het tonen van de pracht en praal van vlinders, maar daarnaast heeft het ook een educatief doel: mensen (kinderen) het belang van natuur tonen. Om het initiatief van onze medelanders te steunen nemen we een kijkje. Het mooiste vinden we de cocons, met prachtige kleuren en mooie vormen.


De allergrootste trekpleister bij de waterval is de berenopvang. Hier zitten tientallen Aziatische zwarte beren die gered zijn van de illegale handel. Deze zwarte beer wordt ook wel kraagbeer (of in het Engels: moon bear of white chested bear) genoemd. Als de beer rechtop staat, zie je waar de laatste naam vandaan komt. Hier worden beren opgevangen die gered zijn vanuit de stroperij. De beren zijn gewild vanwege hun klauwen, poten en galblaas voor traditionele medicijnen. In Laos is de galextractie voor lever- en galblaas aandoeningen de allergrootste bedreiging voor deze beren…
De prachtige beren zien we -net als de panda’s in Chengdu- speels met elkaar eten, klieren, klauteren en vechten. De camera maakt weer overuren om deze vermakelijke, speelse dieren vast te leggen.
De berenopvang was een grote verrassing en mooie afsluiter van Luang Prabang. We zijn nog maar een week in Laos en we hebben al zoveel moois te gezien. Dat belooft wat… !



Prachtig reisverhaal en prachtige foto’s!
LikeLike
Die waterval inderdaad, die is echt prachtig! Vlinders en beren herinner ik me niet, maar hoe mooi die waterval is! Gelukkig hebben jullie hem ook gezien
LikeLike
Wat toevallig al die fietsers! En Ton bleef daar dus ook meerdere dagen? Weer heel leuk om te lezen!
LikeLike