18 februari Hoogtemeters
We hadden nog wel een week langer kunnen blijven. Luang Prabang is een fijne stad en 3 dagen is gewoon te kort. Zo ook ons visum van 30 dagen voor dit –wederom- langgerekte land. We vertrekken om half acht. Eigenlijk te laat, maar het lekkere (‘gratis’) ontbijt in ons hostel wilden we niet laten lopen. Als we de stad uitfietsen wordt de weg snel slechter. Er wordt hier door de Chinezen hard gewerkt aan ‘hun’ infrastructuur. De Chinezen hebben enorme ambities om een netwerk van spoorwegen, wegen en havens aan te leggen over zo ongeveer het hele Euraziatische continent. Zo reikt hun invloed al zover als Oost-Europa. Een soort van neo-kolonialisme. Het project hier is de aanleg van een hogesnelheidslijn tussen Kunming (in China) en Vientiane (hoofdstad van Laos). Vientiane is niet het einddoel, want het vizier is gericht op Bangkok, Kuala Lumpur en uiteindelijk Singapore. Wij komen dan ook in een bouwput terecht. We belanden in druk (vracht)verkeer en dat in combinatie met de slechte wegen, betekent stof. Heel veel stof. Fijnstof wat niet fijn is. Dus stofmaskers op, je weet wel die maskers die nu vooral vanwege Covid-19 worden gedragen. Geen pretje om maskers te dragen met die hitte, maar het is kiezen tussen twee kwaden.
De hoofdstad Vientiane hebben we besloten over te slaan. Daar waar iedereen van Luang Prabang recht naar het zuiden reist, gaan wij zuidoostwaarts naar Phonsavan. Volgens de fietsers in de fietsappgroep is Vientiane niet heel interessant en bij gebrek aan visumtijd, kan de stad worden overgeslagen. Er is nog zoveel moois in Laos te zien! De kortste route van onze grensovergang naar het meest zuidelijke puntje van Laos is reeds 1.500km…. En dat is redelijk wat in 30 dagen, zeker als we daarbij veel moeten klimmen, wat willen zien en er ook nog van willen genieten. En als ik zeg ‘de kortste route’ dan zegt dat niets over de werkelijke route. Keuzes maken dus. Je wint wat, je verliest wat.

We moeten op weg naar Phonsavan verder door de bergen. Dat betekent heel veel klimmen. 5.800 hoogtemeters in nog geen 280 km. En dat doen we in 4 fietsdagen. Vooral de eerste 2 dagen naar Phoukoun kent enorm veel hoogtemeters. Daarna fietsen we min of meer over een bergrug en klimmen en dalen we niet zo veel meer. Pittige fietsdagen, echter met lange, gelijkmatige hellingen en een goed wegdek. Enorme meevallers! Want diezelfde fietsers die Laos hebben bezocht, waarschuwden stuk voor stuk voor steile hellingen en slecht wegdek… Soms moet je wel, soms niet naar anderen luisteren. De kunst is te weten wanneer 😉
De overnachtingsmogelijkheden zijn beperkt en dus wordt de eerste dag direct een hele lange: in meer dan 7 uur fietsen we ruim 80 km met bijna 2.300 hoogtemeters. Eén van de zwaarste en langste fietsdagen van de reis. Gelukkig merken we dat we sterker zijn geworden door het vele klimwerk van de afgelopen weken. De dagen rust in Luang Prabang zullen tevens geholpen hebben;)
Als we ’s avonds een hapje eten, komen we een andere Falang tegen. Wat doet die hier, in dit minuscule, totaal niet interessante of toeristische plaatsje??! Het is Benoît, een Fransman. Hij is géén fietser, wat de enige reden is om hier te moeten overnachten… Hoe verder we in zijn verhaal komen, hoe meer we geïntrigeerd raken. Hij heeft op deze reis zijn Duitse vriendin leren kennen, waar hij verder mee is gaan reizen. Samen hebben ze een ongeluk gehad met de motor. Ze waren daar vrij goed vanaf gekomen. Echter zij had een wond die niet heel goed verzorgd is geweest, waardoor deze is gaan ontsteken. Het been werd dikker en dikker. Ze zijn in Vientiane toch maar naar het ziekenhuis gegaan en daar werd haar geadviseerd per direct het vliegtuig naar Bangkok te nemen om daar in het ziekenhuis behandeld te kunnen worden. Ter plekke werd de ernst benadrukt en een ogenblik werd gevreesd dat ze haar been zou moeten laten amputeren. Op het moment dat wij met Benoît spreken is ze juist geopereerd, maar hij heeft nog geen contact gehad. “Eh… waarom ben jij hier? Moet je haar niet bellen? Daar zijn?” En toen kwam de rest van het verhaal. Benoît kón niet mee, want hij kan het land niet uit. Hij is onderweg zijn paspoort verloren…! En is deze nu aan het zoeken. In het geval hij hem niet vindt, gaat hij in Vientiane een nieuwe aanvragen. Hij zoekt zuidwaarts richting Vientiane, wij zullen helpen zoeken richting Phonsavan, waar zij eerder zijn geweest. En met één ding kunnen we gelijk helpen. In het hele dorp is géén WiFi en hij heeft geen simkaart, wij wel en met hotspot kan hij gelukkig van zijn vriendin horen dat de operatie goed verlopen is. De infectie is verwijderd, haar been heeft ze godzijdank kunnen behouden. Hopelijk eind goed, al goed. (Ze is een week later naar Duitsland gevlogen voor verder herstel.)
19 en 20 februari
Na de lange dag van gisteren een wat kortere dag naar Phoukoun. De enige logische overnachtingsplek, omdat de mogelijkheden het hele traject dun gezaaid zijn. Als we de 28.000 km(!) op de teller hebben bereikt, is het tijd voor pauze. Wat fijn is aan Laos, is dat er regelmatig hutjes langs de weg staan; een plateau van bamboe met een ‘rieten dak’ erboven. Waarschijnlijk worden deze zo nu en dan gebruikt als winkeltje. Voor ons zijn deze plekken uitermate geschikt om pauze te houden, met ons lichaam even uit de zon. Ook nu weer vinden we zo’n plek en genieten we van onze heerlijke traktatie voor de 28.000 km: brood met ei en tomaat en natuurlijk mayonaise. Net als we weer willen vertrekken en ik op mijn fiets stap, blijk ik een lekke band te hebben. Typisch! Je komt aan fietsen en er is niks aan de hand? Nou ja, het was alweer een tijdje geleden en het kan toch niet zo zijn dat we de bandenplakkunsten verleren? Fijne traktatie…

Vanaf Phoukoun is het reliëf inderdaad een stuk minder, alhoewel er nog regelmatig (kort) geklommen moet worden. De dorpjes die we passeren zijn klein, de uitzichten wijds en de huizen traditioneel van hout en bamboe gemaakt, voorzien van grote TV schotels. Toch is het minder desolaat dan gedacht. Er wonen best wat mensen zelfs, allemaal boeren die akkerbouw bedrijven. Daarbij vaak vuurtjes makend om afval te verbranden of een stuk bos te ontginnen.
Als we door een gehucht fietsen zien we uit onze ooghoeken iets wat onze aandacht trekt. Er is een kraampje met wat lokale producten. Maar dat is niet wat de aandacht trok, er bewoog namelijk iets. We zien een dier aan een te kort touw bungelen, waarbij het nog net met z’n tenen bij de grond kan. Er zijn wat jongens in de buurt aan het spelen, maar verder zien we niemand. Wat is dit voor dierenmishandeling? En wat is het voor een dier? Het lijkt een beetje op een rat, of een bever, het lichaam is een centimeter of 30 en heeft flinke tanden. We proberen het dier te bevrijden, maar het dier is (uiteraard) agressief en gebeten worden willen we niet. We proberen de jongens, die duidelijk bij het kraampje horen, te overreden het dier te bevrijden. We halen er iemand anders bij die weigert te helpen. Gefrustreerd gaan we verder, want inmiddels begrijpen we dat het dier (‘later blijkt; bamboerat) bedoeld is voor de verkoop. Hmpfff. Accepteren. Kwestie van andere cultuur, normen en waarden. Het is zo zielig..! Niet mee bemoeien. Wat kan je bereiken..? Het is zo zielig…!

21 februari Naar Phonsavan
Vandaag een makkelijk dagje, na 3 dagen flink klimmen. Denken we. Het valt vies tegen. Misschien komt het omdat we ons mentaal instellen op een eitje, maar het vele ‘kort op en neer’ met een harde tegenwind, maakt dat het pittiger is dan we hoopten. Onderweg proberen we tevergeefs de verloren regenjas van Benoît terug te vinden, met daarin zijn paspoort. ’s Avonds lezen we dat Jörg weer terug is in Luang Prabang, omdat hij onderweg zijn telefoon is verloren. En wij maar denken dat wij zulke stommelingen waren met onze camera!
Onderweg zien we een beetje Veluwe-achtig landschap met rollende heuvels en naaldbomen, alleen zijn de heuvels wat groter. We zien meer huizen op palen en eroderende bergen.
Plain of Jars
Op weg naar Phonsavan doen we de archeologische plek aan waar de stad beroemd om is. De Plain of Jars. Dit is een verzameling van honderden stenen kruiken die daar door een beschaving is neergezet tussen de 5e eeuw voor Christus en de 5e eeuw na Christus. Niemand weet precies waar ze voor gediend hebben, maar ze hebben mogelijk een (ceremoniële) betekenis voor begrafenissen. Waarschijnlijk werden mensen hier tijdelijk in begraven tot het lichaam tot een hoopje botten is vergaan. Daarna werden de overblijfselen in de aarde herbegraven.
Deze kruiken zijn meer dan 15 eeuwen geleden uit rotsen gehouwen en naar deze plek vervoerd.. Sommige kruiken zijn meters groot, andere kleiner dan een halve meter. In de kruiken zijn botten, tanden, glazen kralen en houtskool gevonden. Om de kruiken heen vonden archeologen botten, aardewerk, stenen en metalen voorwerpen. De kruiken staan in groepen op het veld en dat ze er nog staan is een wonder op zich.

(Dit deel van) Laos heeft namelijk fors geleden onder de 1e Indochinese oorlog (tegen de Franse overheersing) en de 2e Indochinese oorlog (communisme versus VS). Laos is zwaar gebombardeerd, onder meer om de Viet Minh uit het land te verdrijven. Tussen de kruiken door wemelt het van de kraterinslagen en sommige kruiken zijn (zwaar) beschadigd door de bombardementen. Voordat de Plain of Jars opengesteld kon worden, zijn er eerst 127 (!) explosieven onschadelijk gemaakt. Zie hieronder: De geheime oorlog.
We spreken kort een paar archeologen die hier sinds 2016 opgravingswerkzaamheden verrichten. Ze zijn op dat moment bezig met het opgraven van botten en schedels. Opgraven met een spateltje en een kwastje, want het is precisie werk en vraagt een flinke portie geduld.

De geheime oorlog
Aangekomen in Phonsavan bezoeken we het UXO museum van een non profit organisatie (MAG) die zich wereldwijd inzet voor het verwijderen van explosieven. Laos is één van de landen waar MAG actief is. Het museum toont een indrukwekkende expositie en voorlichtingsfilm. Wat veel mensen niet weten is dat Laos tussen 1964 en 1973 zwaar gebombardeerd is door de Amerikanen. In het geheim, want officieel was Amerika niet in oorlog met Laos. Het Amerikaanse Congres heeft dan ook nooit toestemming verleend voor deze bombardementen. Met de bombardementen wilde de VS het opkomende communisme een halt toe te roepen. Noord Laos werd gebombardeerd om de communistische regering van Pathet Lao te verdrijven/verzwakken, terwijl het zuiden van Laos gebombardeerd werd om bevoorradingslijnen van de Viet Minh te ondermijnen. Burgerdoelen werden daarbij zeker niet gespaard…
Laos werd zo het meest gebombardeerde land ter wereld, met iedere 8 minuten een bombardementsmissie, 24 uur per dag, 9 jaar lang. Bij deze bombardementen werd onder meer gebruik gemaakt van napalm en clusterbommen. Het zijn m.n. deze clusterbommen die tot op de dag van vandaag het leven ontwrichten. Een clusterbom laat honderden kleine bommetjes (bombies) los die bij het exploderen honderden metalen deeltjes lanceren. Naar schatting kwam 30% van deze sub munitie niet tot ontploffing, zogenaamde UneXploded Ordnance (UXO). Het gaat om in totaal 270 miljoen bombies, waarvan dus 80 miljoen nog altijd kunnen ontploffen…!!! Nog dagelijks worden bommen, granaten en ook mijnen gevonden die tot ontploffing (kunnen) komen, waardoor mensen gewond raken of omkomen. Kinderen zijn relatief vaak slachtoffer, omdat de submunitie op een stuk speelgoed lijkt. Mensen zijn bang het land te bewerken vanwege de UXO’s. Hierdoor wordt veel (potentiële) (landbouw)grond niet gebruikt. In de provincie waar we nu zijn: Xieng Khouang is 25% van de dorpen vervuild met UXO’s. Mede hierdoor heerst er tot op de dag van vandaag armoede en honger in Laos. MAG probeert door het ruimen van de mijnen de mensen een toekomst te geven. Een prachtig initiatief dat gesteund wordt door donaties.


We sluiten de dag af met het bezoeken van de markt en de avondmarkt. De markt is zoals altijd heel boeiend. Wie denkt dat de Chinezen alles eten, moet hier eens naar de markt. We zien schaaltjes met levende insecten en we zien het vlees van de bamboerat verhandeld worden, en een stekelvarken worden geslacht. (let wel: dit is op dit moment nog een coronavrij land..) De avondmarkt is een heerlijk openlucht eetfestijn met hotpot, barbecue en diverse stoomgerechtjes Een dag vol indrukken; de plain of jars, UXO, fietsen, genoeg om over na te praten.

