Zaterdag 18 januari; grauw en saai
Bijna 100km en 600 hoogtemeters knallen we door. De wereld is grauw, grijs, de temperatuur wat te laag naar onze zin (16-17’C), maar met podcasts van Bob en El Tarangu kom ik prima vooruit. Heerlijk zeg, verhaaltjes luisteren terwijl we met een workout bezig zijn en ondertussen 100km verplaatsen. Waarom zijn we niet een paar weken, maanden, landen eerder op het idee gekomen podcasts te luisteren? Het vervangt prima dat boek waar we de rust niet voor vinden!! Dit is geweldig! Ik klaag niet meer over tegenwind, een bergje op, saaiheid en kou. Laat mij maar fietsen, de verhalen zijn veel te spannend om te stoppen! En hop weer 100km op de teller.
Zondag 19 januari: soms is het minder
Het regent, het is koud en guur met 10’C. Niet bepaald het beeld dat we bij Vietnam hadden. We komen door grensstadje Dong Dang en ineens zijn we weer tussen de karstbergen. Even, want zo onverwacht als ze kwamen, zijn ze weer verdwenen en wordt het landschap weer saai en grauw, net zoals het weer.
Naast het weer zijn er nog wat dingen die we minder vinden aan Vietnam. De niet al te schone hotelkamers met beslapen bedden die een keiharde plankenbodem hebben en waarvan het matras ontbreekt. Zo voelt het althans. We maken ons eigen dekmatras van alle dekens die we vinden. Voor de hygiëne slapen we in onze lakenzakken en met onze eigen opblaaskussens of kussenhoezen. De waterkoker ontbreekt steeds vaker. Dat was zo handig voor het maken van koffie en havermoutpap!
In Vietnam worden we 10-20% van de tijd afgezet en betalen we meer dan nodig. Dat gebeurt dus zo ongeveer 1 op de 6 keer. Dit komt neer op om de dag; we gaan minstens 2x buiten de deur eten, één of twee maal boodschappen doen en ergens slapen. Het maakt ons alert, maar geeft een onplezierig gevoel. Je kan het wel weten en het kan nog steeds goedkoper zijn dan thuis, toch merken we dat het bij ons het plezier wat ontneemt.
Ondertussen zijn de voorbereidingen voor het belangrijkste feest in volle gang: TET, het Vietnamese Nieuwjaar. Winkels en gebouwen hangen vol versiering rood, goud en zilver. Continu komen de TET-bomen met oranje vruchten of roze bloemen voorbij. Dat is natuurlijk wel heel leuk; we krijgen twee maal oud&nieuw! J

’s Avonds bestellen we hetzelfde eten als onze buren. Dat doen we regelmatig, omdat je dan ziet wat je te eten krijgt. Nou ja, het is enige manier om kenbaar te maken wat we willen eten bij gebrek aan menukaarten. Eén van de gerechten blijkt niet een bord groente met champignons, maar groente met varkenshartjes…! Blijkbaar een heuse delicatesse. De prijs van de maaltijd is relatief hoog: €4,40, of we zijn afgezet, dat kan natuurlijk ook. Vietnamezen lijken veel te durven eten, dat maakt ons ook culinaire avonturiers…. Of het smaakte? Als we het niet hadden geweten, was het best lekker 😉
Maandag 20 januari; geldzaken
Het is iets minder koud met een graad of 13, al blijft het nat en grijs.
Hilgien luistert podcasts en belt met haar broer Erik om de tijd te doden. Als bijna heel Nederland slaapt, zit Erik op maandag al lang en breed in de auto naar Eindhoven en hier is het dan ongeveer lunchtijd. Bellen gaat zolang de wind zich gedeisd houdt, niet zo lang helaas.
We hebben veel regen, dus we besluiten eerder te stoppen, het is al half 4. We proberen nog te pinnen, want met de aankomende Tet lijkt dat echt een probleem te worden…
Geld. En vooral het pinnen, is echt een dingetje. De meest voorkomende bank in Vietnam is de Agribank. Als je daar pint, ben je per direct miljonair. De geldautomaat geeft de ene keer max. 2 miljoen Dong, de andere keer 3 miljoen Dong. Dat klinkt veel, maar het is slechts resp. €80 en €120,-… De maximale geldopname dus!!! Nou is alles hier wel goedkoop, met z’n 2en kunnen we hier 3 tot 5 dagen mee doen. In Hanoi kan je bij de HSBC bank veel meer pinnen, zelfs 8 miljoen Dong (€310,-) is ons gelukt. Daar genazen we snel van… Hier zat een commissie op van 2%, goed voor €6,-, met daarbij de ASN toeslag was het hoppakee ruim €10,- voor een transactie… Nu hebben we diverse pinautomaten getest, niet zo gek met opnames van gemiddeld €100,- per keer… We testen niet alleen Agribank en HSBC, ook de SHB, VIB, ACB, Vietcom en Sacom. Deze gaven soms wel geld, lang niet altijd. Ze rekenen allemaal commissie; van 1,5-2% tot 55.000 (SHB). De Agri rekent het minst: 22.000 Dong oftewel €0,86. Top. We moeten alleen wel wat vaker een bank vinden.
De zoektocht heeft ervoor gezorgd dat we precies weten waar we willen zijn en met welke pinpas; de Agribank met de Rabopas, want de Rabo rekent 1,2% i.p.v. €4,-. Prima. En toen… toen kregen we een ander issue. Tet is in aantocht. In elk noemenswaardig dorp is de Agri-ATM te vinden. Deze dagen met rijen wachtenden die extra geld opnemen voor de feestdagen én het aflossen van schulden. Zonder schulden kan je opgeruimd het nieuwe jaar in, is de gedachte. Als de nood hoog genoeg is, sluiten we in de rij aan. En dan blijkt dat je zo’n 50% kans hebt dat de pinpas wordt geaccepteerd. Wordt de pinpas geaccepteerd, dan heb je opnieuw 50% kans van slagen, want de automaten zijn geregeld leeg…!!! Dus Russische roulette terwijl de dorpen kleiner worden en Tet steeds dichterbij komt……

Dinsdag 21 januari: nog meer regen en modder
Een dag die we niet snel zullen vergeten en waar we tot onze verbazing toch maar even 86 km hebben gemaakt…. Het begon al vrij snel met een slecht stuk weg naar Hoa Thuang. Wat er op de kaart uit zag als een grote weg, blijkt in werkelijkheid een onverharde weg. Met alle regen van de laatste tijd hét recept voor een grote modderpoel… We ploegen ons erdoor heen en zien pardoes een afslag over het hoofd. Als we de weg checken blijken we goed fout te zitten. We rijden zeker 12-14km om. Met het huidige tempo is dat een volledig uur ploeteren….
Door de omweg komen we wel op een verharde weg terecht wat mogelijk wat tijd gaat schelen. Door de regen en modder heen zien we twee fietsers en een totaal vermodderde aanhanger. Het is een Amerikaans-Pools stel met hun kindje. Ze vertrokken 7 jaar geleden met een fietstocht en bleven jaren in Hanoi hangen. Ze hebben er een Engelse school opgestart en zullen binnen enkele weken hun fietstocht naar Europa vervolgen. Niet zo’n mooi weekend gekozen voor een proefritje!
In het dorpje nemen we pauze en na een paar geweldige koffies gaan we tegen 15.30 uur verder. 35 km, dat moet toch lukken in 2 uur, voor het donker wordt? Het eerste stuk is geweldig, de weg is prachtig dus dat belooft veel goeds. Beloftes die niet uitkomen… de weg wordt slechter en slechter… tot we ver in het donker uitkomen…

Het is pikdonker en het lijkt erop dat we tussen 2 rotswanden staan. Even checken of we goed gaan, omdat we in het donker niets zien en al helemaal geen zijwegen opmerken. Dat lukte in daglicht immers al niet 😉 Dan horen opeens een hard lawaai. Er komen rotsblokken vlak achter Auke naar beneden…!! Je ziet niets, hoort wel wat en je hebt geen idee op wat voor gevaarlijk punt je staat. Wegwezen hier voor het fout gaat!
We checken een nha nghi die we ondanks het harde bed kiezen. Voor 200.000 Dong accepteert ze ons en er is zelfs verwarming. Net als gisteren, zo’n luxe!!!! En nog meer luxe. We kunnen buiten, droog onder de overkapping onze tassen schoon maken. Die zijn zooooo smerig, daar kan je echt niet mee naar binnen. Zeker niet in dit schone, keurige guesthouse, waar je niet eens met schoenen naar binnen mag! Als we toch bezig zijn, de fietsen ook maar even afspuiten. Hè hè. Een uur later kunnen we dan eindelijk naar binnen en daar de inhoud van de tassen checken. Twee hebben water gelaten.. geen slechte score;)
Nog even een eigen kikkererwten-tomaat-tonijnmaaltijd opwarmen en dan kunnen we naar bed. Zo daar zijn we aan toe…!! Pfff wat een dag…
Woensdag 22 januari: naar Ban Gioc waterval
We hebben een ‘korte’ dag die de hele dag duurt. We fietsen van Ha Lang (of Thanh Nhat, de namen zijn hier soms echt verwarrend/onduidelijk) naar de Ban Gioc waterval. Een tocht van een kleine 40km met slechts 700 hoogtemeters. We starten laat, het was gisteren een lange dag, dus eerst eens 9 uur slapen, koffie, heerlijke havermout en rustig op gang komen, buiten regent het toch. Als het 9.30 uur is, fietsen we weg en lijkt het warempel droog. Dit blijkt van korte duur… Als we bij de markt en bakker wegfietsen is het al gedaan met de pret. Het wegdek eindigde gisteren bar slecht en start nu verrassend goed. Was dat maar een voorbode voor de rest van de dag…. Niet dus. Tussen de modder en gaten is steeds minder vaak stukjes asfalt te vinden. Het asfalt is open asfalt of beter gezegd zeer open asfalt, waardoor wij het werkasfalt noemen. Het lukt ons niet om harder dan 9-12 km/u te fietsen en dat gedurende de hele dag. Zeker als we de rivier bereiken die de grens met China markeert. Aan de Chinese kant jaloersmakende prachtige asfaltwegen…. Wij slingeren ondertussen om de plassen en gaten heen en gaan op en neer, steeds met de hoop op goed asfalt. En die komt… 500m voor het einde van de route…;) vlak voor de waterval.

Het vervelende wegdek, de modder en de regen werden opgevrolijkt door mooie uitzichten op de karstbergen, vandaag nog iets mooier dan gisteren! Terwijl wij hier eenmalig langsfietsen, bedenken we dat anderen dagelijks met deze nattigheid, modder en slechte wegen te maken hebben. Diezelfde mensen die ons vrolijk gedag roepen, met een brede glimlach, rubberen laarzen aan, doen ze net of er niets aan de hand is. Prachtig! We verbazen ons erover dat veel mensen met mooie, nette schoenen of op slippers door de modder klossen…. Nou ja, misschien zijn ze overvallen door de modder! Januari is immers de droogste maand van het jaar met normaliter 3 dagen regen in het noorden. Het lijkt er meer op dat het 3 dagen droog is in januari…. !!!

De waterval Ban Gioc is een bijzondere waterval. Het is de grootste van Azië. Nou ja, de breedste eigenlijk. Met 35m hoogte is de waterval klein, de 300m breed is blijkbaar heel groot. Daarmee is het de 4e grootste waterval ter wereld die zich op 2 landsgrenzen bevindt. Wat een contrast tussen de Vietnamese en de Chinese kant. Wij moeten het doen met modderige paadjes, de Chinezen hebben keurige trappen en betonpaden naar de bootjes, om de waterval vanaf het water te bekijken. Op het water wordt af en toe gehandeld tussen de Vietnamezen en Chinezen.

We slapen in een homestay. Ondanks de beoordeling van een 9,3 met 200 referenties vinden we het een beetje tegenvallen. De kamer is 8m2 i.p.v. 20m2 en de gedeelde badkamer is aan de andere kant van het huis via de woonkamer te bereiken. We laten de gore, natte fietstassen maar aan de fiets en laten alles modderig zijn, met slechts 1 tas pp kunnen we onze kont in de kamer tenminste nog keren. Het eten met het gezin bevalt wel goed; het is smaakvol eten. Met redelijk wat vlees gerechten. Willen we nog wel vlees?
Ik heb een podcast geluisterd van een immense sporter die van dagelijks 1 kg kip en 1 kg biefstuk is overgegaan op een veganistische leefstijl. Hij wil dat er op de hele wereld geen dierlijke producten meer worden gebruikt. De podcast was niet geweldig, maar zet je toch aan het denken. Vooral als je vervolgens in elk dorp dieren geslacht ziet worden. Vandaag was het duidelijk varkensslachtdag. We zien opengereten varkens waar ze in het openbaar alle ingewanden uit halen. We staren naar varkens die onthaard worden met kokend water en een mes. En zijn getuige van de wijze van doodmaken van de varkens. Met 4 man staan ze om het varken, het varken ligt op de rug, de poten vastgebonden. Met een groot slachtmes gaan ze zo de keel (aorta?) in, terwijl het varken tegenstribbelt. Het varken bloedt zo snel dood. Terwijl een hond ondertussen het gemorste bloed drinkt…

Gatver. Moest ik dat nou opschrijven? Ja. Ik word er zelf weer misselijk van. Net als toen we stonden te kijken. De mannen grijnzend, het is voor hun de normaalste zaak van de wereld. In de podcast ging de sporter op Bali een slachthuis in om te zien hoe het er daar aan toe gaat. Hij is ervan overtuigd dat het je zeker zou genezen om vlees te eten. Hier fietsen we door de dorpjes en steeds opnieuw zien we deze taferelen. Op straat, voor de deur. Voor onze neus.
Bij de twee maaltijden die volgden waren we te laf en te lui om aan te geven dat we geen vlees wilden. We kozen voor de weg van de minste weerstand, het gemakkelijkste… Ondertussen noemen we steeds de loslopende dieren op straat schatjes…. Om ze vervolgens gewoon op te eten…. We MOETEN hier wat aan gaan doen. We zijn al jaren flexitariër, waren in India vegetariër en in China weer carnivoren geworden…tijd te flexitariën dan wel vegetariën…. Ik krijg steeds meer begrip voor de gedachtegang van de veganist waarom je dierlijke producten zou moeten mijden. Maar melk, kaas, mayo en… eieren!!! Die willen we niet zomaar missen. Al is er niets op tegen wat vaker sojamelk te kiezen… om maar iets te noemen. Hier in Vietnam is het mijden van dierlijke producten niet simpel. Pho; het ontbijt, de lunch, de snackmaaltijd en het diner van de Vietnamees is een soep met als basis vleesbouillon. We kunnen wel het vlees eruit laten, maar vegetarisch wordt het daar niet van. En het verzadigt totaal niet meer; de bouillon met een bak noedels werkt nu al nauwelijks een uurtje…

Donderdag 23 januari: Naar Cao Bang
Het wordt vandaag warm, zegt onze gastvrouw. Kijk, de zon schijnt. Die zon zie ik nog niet zo, maar het is inderdaad niet koud en… het is droog. Alleen daarvoor doen we het al. We hijsen onze tassen, voor zover wij deze van de fiets hadden gehaald, weer op de met modder besmeurde fietsen en gaan op pad. We hebben een flink stuk te doen van 85 kilometer met de nodige hoogtemeters. Naar verluidt over goede wegen, maar na de ervaring van de afgelopen dagen lijkt het ons goed om ruim de tijd te nemen.
Voordat we verder gaan, gaan we eerst een klein stukje terug richting de waterval. Gisteren hebben we een tempel gemist die erg de moeite waard schijnt te zijn. De tempel zelf, maar vooral het uitzicht vanaf de tempel op de Ban Gioc waterval. Als we op de fiets zitten, zien we inderdaad wat blauwe stukjes lucht, dus wie weet, komt die zon inderdaad door? We klauteren de trappen op van de tempel en met de laaghangende bewolking en de spectaculaire bergen is het uitzicht inderdaad zeer de moeite waard. De andere kant op hebben we een mooi overzicht over de volle breedte van de waterval. Het is een kort uitstapje en erg de moeite waard. Fijn dat we die tip toch nog even opgevolgd hebben.

Bij onze eerste pauze strijken we neer bij een marktje en vragen of we van hun stoeltjes gebruik mogen maken om een kop koffie te drinken en snacks te eten. Dat mag. Al snel komt er een man naar ons toe. Hij blijkt in Duitsland gewoond te hebben en komt trots met een fotoboek aanzetten. Daarna volgt een andere man, die vraagt of we met hem mee gaan naar zijn geboortedorp 500 meter terug. Dat komt eigenlijk niet goed uit, omdat we vandaag zo’n eind moeten fietsen. Maar we kunnen het niet weigeren. Die man is zo trots op zijn dorp en de omgeving waar hij woont, dat het een belediging zou zijn om niet met hem mee te gaan. En inderdaad is de omgeving prachtig, ook al hadden we dat al gezien toen we er eerder doorheen fietsten, pak ‘m beet 10 minuten daarvoor ;). We zijn van harte welkom om langer te blijven en terug te komen. Wat een hartelijkheid en een trots! Na een warm afscheid, stappen we snel weer op de fiets om te proberen voor het donker de eindbestemming te halen.
Het zit allemaal mee: het wegdek is droog en goed, de zon komt af en toe door en we hebben zelfs het windje mee. Als bonus is het landschap heel erg mooi. Zeker als we een kilometer of 25 vóór Cao Bang een fantastische afdaling hebben door karst wonderland. Ondanks de onvermijdelijke foto stops en een stop voor een fietsschoonmaakbeurt, bereiken we Cao Bang nog net voor de duisternis invalt. We poetsen weer eens alle fietstassen en checken in ons guesthouse in. We blijven hier (noodgedwongen) 2 dagen en 3 nachten, dus we kunnen even orde op zaken stellen en o.a. de hoognodige was draaien die misschien nu wel een keer droogt. Noodgedwongen, omdat TET eraan komt. TET wat Vietnam op de kop zet en waarbij winkels, restaurants en hotels sluiten. Gaan we hier veel last van krijgen? Of zullen we genieten van het grootste kerst-thanksgiving-nieuwjaarsfeest???

Een gedachte over “Vietnam, deel 4: Prachtige beelden tussen de modder en regen door. Halong naar Cao Bang (18-23 januari)”